Oct 20, 2008 16:37
Het rumoer van de wereld zwol aan in het lover,
later ontbrandde het koren bezaaid
met rode bloemen als wonden,
toen kwam de herfst en installeerde
de schriftuur van de wijn:
alles vervloog, de bokaal van de zomer
was vliedende lucht
en de varende wolk doofde uit.
Ik hoopte, op mijn balkon, in diepe rouw
als weleer in de klimop van mijn kinderjaren,
dat de aarde haar vleugels
zou uitslaan in mijn onbewoonde liefde.
Ik leerde dat de roos zou vallen
en de pit van de vergankelijke perzik
zou opnieuw gaan slapen en ontkiemen:
en ik bedronk me aan de bokaal van de wind
tot de hele zee nachtelijk werd
en het avondrood veranderde in as.
Nu doet de aarde niets
dan haar ondervragers sussen,
de huid van haar stilte gespannen.
Nu word ik opnieuw
de zwijgende die van ver kwam,
gehuld in kille regen en in klokken:
ik dank de zuivere dood van de aarde
mijn wilskracht tot ontkieming.
/Geschreven door Pablo Neruda./
art,
dutch (nederlands),
inking,
poem's.nl