Los Ventieldoppos

Apr 05, 2011 13:03





Gegroet mijn pixalated-frienden! :D

Wat een leuke dag om (nog steeds) ziek te zijn, gezellig met de regen enzo :3
Ik ga denk ik zo maar een filmpje kijken, (again)
Mijn Disney mood is nogal terug, en ik had het er pas met Loors over - Waarom kijkt niet gewoon iedereen Disney films, ze hebben zo'n goede boodschap? D=
Ik bedoel, come on guys! O:
Oké, het is dan ook wat teveel gevraagd om de een of andere rijke oliesjeik naar Beauty and the Beast te laten kijken, maar hé, kids can dream ^^

Anyhow, *Kuch*
Waarom ik hier ben, op deze gezellig-regenachtige-vol-bacteriën-in-de-lucht-dag :3

Noukz en ik verveelden ons nogal op de zaterdagavond van 2 april, want Loorzel had ons verlaten voor ietswatikevennietmeerweeteenfilmofzowaarschijnlijk :D
En normaal is je vervelen niet leuk nee, maar dit keer pakte het koelig uit :)
Noukz vroeg opeens namelijk of ik haar 5 woordjes wou geven die helemaal niks met elkaar te maken hadden, en dan zou zij er een verhaaltje bij schrijven :D
Nou, dat wou ik toen ook meteen doen, :3
En, well, uiteindelijk hebben Noukz (en Loors zondag ook) wel 60 (wow, wat een koel getal :D) woordjes voor me moeten verzinnen, wat betekent dat betekent 12 groepjes van 5 woorden :3
Maar na het laatste groepje woorden van Nouk, besloot ik dat het tijd voor los eindos was ^^
En dat einde is er gekomen :3
En daarom zet ik het nu online, omdat LJ gister übersloom deed - en uiteindelijk er uit lag, bij mij dan :/
En, well, de FP is nogal fréaking doods, niet? O:
Dus, vandaar :3
Even om de FP wat leven in te blazen, mijn verhaal, 8)
Met nogal een weirde titel (Los Ventieldopos), maar goed, je kent mij ;P
Maarre, een verhaal dat over een ventieldopje lijkt te gaan, pakt nogal anders uit, als je het mij vraagt 8D
Owja, & de woorden waaruit het hele verhaal uit is ontstaan zijn cursief & vetgedrukt :D:D

'xx <'3


~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Met een zucht stapt Vanessa van haar fiets, en zet hem op de standaard. Ze bukt zich en staart naar haar achterwiel, in de hoop te ontdekken waarom ze stil is komen te staan. Met samengeknepen ogen tuurt ze tussen de spaken door, maar merkt dat ze vrij zinloos bezig is. Ook is het zo dat haar fietstas een deel van haar wiel bedekt. Ze kijkt er even naar, en probeert te besluiten of ze de fietstas er af moet halen om verder te kijken, of dat ze gewoon lopend verder zal moeten gaan. Ze kauwt geërgerd op de binnenkant van haar wang, en draait het wiel rond. Ze drukt de dopjes in haar oren nog wat steviger aan, zodat ze Avril optimaal kan horen terwijl ze naar de oorzaak van haar lijden zoekt. Plots ziet ze het - of beter gezegd, ziet ze het níet. Haar ventieldopje is er af gevallen, waardoor haar band is leeggelopen. Ze draait het wiel nog eens rond, en knijpt er even in. Het is al te zacht om mee door te fietsen. Wat betekent dat ze alsnog voor optie 2 zal moeten gaan. Ze klakt met haar tong terwijl ze weer overeind komt. Ze wrijft over haar neus, die jeukt, en haalt haar fiets weer van de standaard om lopend verder te gaan. Wat ze al niet over moet hebben om een DVD bij Amber te kijken. Al lopend kijkt ze naar haar fietstas, waar zowel een zak chips als een colafles uitsteken.

Ze onderdrukt een geeuw terwijl ze de steile heuvel langzaam probeert af te lopen, om niet naar beneden te donderen. Verlangend staart ze naar het pas gemaaide gras dat nog in hoopjes rond het fietspad ligt, en begint vanuit het niets te lachen. Melig zijn was één van de dingen waar ze écht goed in was, en instinctief zet ze haar fiets weer op de standaard. Eerst zit ze twee minuten gewoon in het gras langs het fietspad, maar al snel kan ze geen weerstand meer bieden aan het stemmetje binnen in haar. Even kijkt ze om zich heen, ze werd niet graag bekeken, maar gaat dan op haar zij liggen. Ze knijpt haar ogen dicht, en laat zich - hoe kinderlijk ook - van de heuvel afrollen. Er lijkt geen einde aan de heuvel te komen, en ze lacht om de lol die alleen zij kan beleven. Ze komt abrupt tot stilstand, doordat ze tegen iets opbotst. Verstoord opent ze haar ogen, en kijkt recht in twee heldergroene ogen, die haar bezorgd aankijken. ‘Gaat het wel goed?’ vraagt de jongen bij wie de ogen horen, terwijl hij zijn hand al naar haar uitsteekt. Ze giechelt terwijl ze zichzelf al overeind drukt, en het gras van haar kont klopt. ‘Prima,’ antwoord ze dan grijnzend, alsof het de normaalste zaak van de wereld is om als 15 jarig meisje van een heuvel af te rollen. Hij knikt onzeker, en kijkt haar aan alsof ze gek is. Dat kan ze niet ontkennen, en maakt er meteen een spelletje van te zien hoe ver ze bij hem kan gaan. ‘Eigenlijk,’ mompelt ze daarom met een bedrukt gezicht. Geschrokken kijkt hij haar aan, bang dat er toch iets mis is. Ze komt zo dicht mogelijk bij hem staan, als gebruikelijk is voor een jongen en een meisje dat elkaar net 3 minuten kennen. ‘Ik geloof dat ik naar de Wc moet.’ zucht ze terwijl ze hem afwachtend aankijkt. Hij knikt bedenkelijk. ‘Woon je hier in de buurt?’ vraagt hij dan onbeholpen, duidelijk niet van plan zich aan haar over te geven. Ze schudt met een sip gezicht haar hoofd. ‘Mijn band is lek,’ gaat ze nadrukkelijk verder, en wijst even op haar fiets die eenzaam bovenaan de heuvel staat. Hij knikt nogmaals, en neemt haar even in zich op, zo lijkt het. Hij wijst een beetje beschaamd richting de bosjes die nog geen meter verderop groeien, en ze snapt wat hij bedoelt. ‘Ehm, ik ben bang dat de nood wat hoger is.’ Vanbinnen voelt ze zich een beetje schuldig, dat ze hem zo lastig valt, maar hem uitdagen is té grappig. Hij kijkt haar met opgetrokken wenkbrauw aan, en ze vraagt zich af of hij ooit meer dan 2 zinnen achter elkaar heeft gesproken. ‘Bedoel je..?’ vraagt hij dan ongemakkelijk. ‘Dat ik moet poepen?’ Maakt ze zijn vraag af, keihard haar best doende niet in lachen uit te barsten. Even is ze bang dat het haar niet lukt, want er klinkt een bulderende lach, maar beseft dan dat hij van de jongen komt. Geamuseerd kijkt ze toe hoe de meest onspraakzame jongen die ze ooit heeft gezien, helemaal dubbel ligt. ‘Ik kan je ook een doos geven.’ grijnst hij dan, wanneer hij een beetje bekomen is. Ze lacht, maar het is niet haar uitdagende lach, die hem dwingt tot het uiterste te gaan. Het is de lach die ze alleen lacht bij haar vriendinnen, de lach van puur vermaak. Als ze dat beseft voelt ze zich rood worden. Het kostte mensen altijd eeuwen haar voor hen te winnen, en deze jongen, waar ze de naam niet eens van wist, had haar al na zeven minuten aan het lachen weten te krijgen.

Hoewel hij denkt dat ze het niet doorheeft, ziet ze zijn ogen haar helemaal in zich opnemen. Was het toeval, of eerder geluk geweest dat ze hem was tegengekomen? Ze bekeek hem zelf ook van top tot teen, en voelde zich opeens opgelaten. ‘Ehm,’ Beschaamd kijkt ze even weg, voor het eerst in haar leven niet wetend wat te zeggen. ‘Ik hoef niet écht naar de WC hoor.’ mompelt ze dan. Hij knikt lachend, en ze beseft dat het hem al niet meer uitmaakt. ‘Weet je toevallig hoe laat het is?’ vraagt ze na een korte stilte, wanneer ze zich opeens een zielige Amber voor een TV voorstelt. Hij knikt weer, en houdt haar zijn horloge voor. ‘4 over 1.’ zegt hij ter verduidelijking. Nu is het haar beurt om te knikken, en met een schuldgevoel kijkt ze naar haar fiets, die nog steeds boven aan de heuvel staat. ‘Wacht even,’ mompelt ze voor ze snel de heuvel op rent en in haar fietstas begint te graaien. Meteen valt de zak chips eruit - Paprika. Snel propt ze de zak terug, en vind haar mobiel. Even werpt ze een blik op de jongen, die haar afwachtend van onder aan de heuvel aan kijkt. Ze vindt het nummer van Amber, en begint aan een Sms. “Lieve Amber, kom later of helemaal niet, Ik ‘hartje’ onbekende jongen, zegt dat je genoeg? ‘xx!” Met een schuldgevoel verzendt ze de Sms. Nog nooit eerder had ze een vriendin voor zoiets onzinnigs gedumpt. Aan de andere kant - opnieuw werpt ze een blik naar beneden - misschien ziet ze hem wel nooit meer terug, en was dit haar enige kans. Ze tovert haar mooiste lach tevoorschijn, en wil net de heuvel weer aflopen als - BAM. Geschrokken valt ze achterover, en staart verbouwereerd naar de straatlantaarn voor haar.

Met een pijnlijk gezicht wrijft ze over haar voorhoofd, waar hoogstwaarschijnlijk een bult zal ontstaan. Een vrachtwagen raast voorbij, en haar fiets wankelt bij de harde wind die hij meeneemt. Ze knijpt haar ogen dicht, en hoort hem vallen. Vandaag was duidelijk haar dag niet. Ze wrijft weer langs haar neus, die hele dagen door kriebelt vanwege het lenteweer. De jongen staat opeens naast haar, en kijkt haar bevreemd aan. ‘Ik ben geen neuspeuteraar hoor.’ zegt ze snel en met een rood hoofd. Hij schudt grijnzend zijn hoofd, en steekt opnieuw zijn hand naar haar uit. Dit keer neemt ze hem wel aan. ‘Doet het pijn?’ vraagt hij dan bezorgd, hoewel ze kan zien dat hij zijn lachen probeert in te houden. ‘Ja nog al,’ opnieuw wrijft ze even over haar hoofd. ‘Hier,’ snel haalt hij iets uit zijn broekzak, en overhandigt haar een chocomunt. Ze staart er even wantrouwig naar, wie weet hoe lang dat ding al in zijn broekzak zit? ‘Ik heb ze net gekocht, en heb er niks raars mee gedaan.’ vertrouwt hij haar grinnikend toe als hij haar gezicht ziet. Ze knikt dankbaar, en haalt het papier er af. Hoe kon zij - als meisje - weerstand bieden tegen chocola? Vrolijk zuigt ze op de chocola, en ziet de jongen weer naar haar kijken. Ze slikt de brok chocola door, en haalt haar Iphone uit haar broekzak, waar ze hem net vluchtig in heeft terug gestopt. Ze gebruikt dat ding overal voor, maar ze had nog nooit haar moeder gebeld voor een echt noodgeval. Kon ze ook maar weer bewijzen dat ze haar Iphone wel degelijk nodig had, gezien haar moeder er zwaar op tegen was. “Jij ook met die mini computer.” moppert haar moeder altijd als ze aan het ontbijt Doodle Jump speelt, of ’s avonds nog even kijkt of er geen roosterwijzigingen zijn.

‘Wat doe je?’ wil de jongen weten. Hij doet niks om zijn nieuwsgierigheid te verbergen. Dit is het moment, weet ze. Wat hij nu gaat zeggen, laat haar weten of hij haar weg wil hebben, of liever wil dat ze blijft. ‘Ik SMS mijn moeder, of ze me kan komen ophalen.’ antwoord ze terwijl ze doet alsof ze op de toetsen van haar Iphone drukt. ‘Ow,’ hij kijkt duidelijk teleurgesteld, en meer heeft ze niet nodig. ‘Alleen het probleem is,’ zegt ze daarom snel. ‘Dat mijn moeder is werken, dus ze kan me vanavond pas ophalen.’ Ze kijkt even weg, en hij volgt haar blik naar het fietspad. ‘Waar kun je dan heen?’ vraagt hij dan zachtjes, in de hoop dat ze haar schouders zal ophalen. Ze geeft hem zijn zin. ‘Geen idee,’ liegt ze, zelfs al is het zo’n kwartier lopen naar Amber ’s huis. Zijn gezicht lijkt op te klaren. ‘Ik woon hier dichtbij.’ laat hij haar dan zachtjes weten, en ze knikt dankbaar. ‘Wacht even,’ grijnst ze voor ze naar haar fiets loopt, en onmerkbaar een kleine spiegel uit haar fietstas haalt. Ze werpt een snelle, keurende blik, en besluit dat ze er prima uitziet. Haar zwarte lokken zijn ietwat verwaaid, maar de mascara rondom haar grijze ogen is tenminste niet uitgelopen. Ze douwt het spiegeltje weer terug, en zet haar fiets weer overeind. ‘Wijs me de weg!’ beveelt ze hem grijnzend wanneer ze op hem af komt lopen, met haar fiets in haar handen. Hij knikt, en wijst richting de sloot. ‘Ik woon aan de andere kant, dus we moeten er om heen.’ legt hij uit. Ze knikt zelf ook, en begint voorzichtig de heuvel af te lopen, dit keer met het extra gewicht van haar fiets. ‘Hoe heet je eigenlijk?’ wil hij dan weten. Ze is opgelucht dat hij het vraagt, want zelf vond ze het zo dom klinken. ‘Vanessa,’ antwoord ze met een lachje. ‘Jij?’ Geïnteresseerd kijkt ze hem aan, zijn blonde haar zit verward. Maar misschien is dat nou juist het leuke. ‘Sven,’ haalt hij haar dan uit haar gedachten. Ze knikt goedkeurend, en merkt dat ze al onderaan de heuvel zijn. Ze ziet dat hij rood wordt, wanneer hij ergens naar kijkt. Ze volgt zijn blik, en ziet dan een stift liggen. Verwonderd kijkt ze er naar, maar ziet er dan meteen nog een. ‘Uhm,’ met een rood hoofd begint hij verschillende stiften bij elkaar uit het gras te rapen. Met een schuin hoofd kijkt ze toe, en ziet dan een groot vel papier liggen. Nieuwsgierig loopt ze er op af, en ziet dan een tekening van stift. Of nouja, de basis is met stift. Naast het vel liggen verschillende tubes verf, en geïnteresseerd kijkt ze naar de tekening, die duidelijk de sloot met bloemen moet voorstellen. ‘Mooi,’ zegt ze al wijzend op de tekening. Met nog steeds een rood hoofd komt hij naar haar toegelopen, en schudt zijn hoofd. Hij graait het vel van de grond, en rolt het vluchtig op. ‘Mislukt,’ mompelt hij dan. Ze haalt haar schouders op. ‘Ik vind het mooi, laat je het me nog wel zien als het helemaal af is?’ De boodschap achter die vraag blijft hem niet onopgemerkt, en verwondert kijkt hij haar aan. ‘Is goed,’ mompelt hij dan, zijn hoofd nog een extra tintje roder. Ze knikt goedkeurend, en kijkt toe hoe hij al zijn spullen bij elkaar raapt en in een grote tas propt. Ze kijkt even dromerig naar de sloot, die niet zo vies is als sloten normaal zijn. In het water ziet ze opeens de kleuren van de regenboog weerspiegelt, en verbaasd staart ze naar de lucht. Die is echter net zo blauw als hij al de hele dag is. ‘Kom je?’ vraagt Sven haar opeens. Ze ziet dat zijn hoofd weer zijn normale kleur heeft gekregen.

Na nog een tijdje over het groene gras te hebben gelopen, staan ze voor een huis met een knalgele voordeur. Sven haalt een sleutel tevoorschijn, en steekt die in het slot. Hij gaat haar voor door de hal, en neemt haar mee de woonkamer in. Hij wijst op het beige bankstel. ‘Ga maar zitten, wil je wat te drinken?’ ze knikt dankbaar met haar hoofd, en kijkt wat om zich heen terwijl Sven in wat waarschijnlijk de keuken is verdwijnt. Haar blik valt op een fotoalbum dat open op de salontafel ligt. Het lijkt haar onbeleefd om er in te gaan kijken, maar de pagina die open ligt kan ze natuurlijk wel per ongeluk zien. Nieuwsgierig gaat ze op het puntje van de bank zitten, en staart naar een foto van Sven en een kleiner jongetje dat flink op hem lijkt. ‘Heb je een broertje?’ roept ze daarom vragend richting de keuken. Het antwoord van Sven gaat verloren, wanneer de deur open vliegt, en er een neusaap in haar gezicht wordt geduwd. ‘Hij kom je ete!’ roept een vijfjarig jochie vrolijk uit, duidelijk niet geschrokken doordat er een wildvreemd meisje in zijn woonkamer zit. Ze proest het uit, niet alleen van het lachen, maar ook van de kriebelende stof van de knuffel. Sven komt net op dat moment de keuken uit. ‘Koen!’ Hoofdschuddend loopt hij op het jongetje af, en tilt hem op. Koen krijst het uit van plezier, en slaat met de neusaap op Sven’ hoofd. ‘Auw!’ kermt Sven meteen gemaakt, waardoor Koen geschrokken ophoudt en zijn vrij mollige armpjes om Sven’ nek slaat. ‘Sven nie au!’ tettert hij dan vrolijk in zijn oor. Hoofdschuddend zet Sven hem neer, en aait hem door zijn haar. ‘Het is goed met jou,’ grijnst hij als Koen meteen van hem wegloopt en een nieuwe knuffel tevoorschijn haalt. ‘Draak gaat Sven roosten!’ roept hij meteen weer vrolijk, terwijl hij de draak tegen Sven’ been laat bonken. ‘Sure,’ grinnikt Sven, waarna hij haar een veelzeggende blik toewerpt. Ze lacht en staat op. ‘Vergeet je drinken niet.’ herinnert hij haar als ze hem als een mak lammetje wil volgen. Ze knikt langzaam en loopt terug om de beker van de salontafel te pakken. ‘Sven! Sven terug!’ klinkt de stem van Koen zodra Sven de deur voor haar opent. Ze draaien zich allebei lachend om, en zien Koen onhandig op de bureaustoel klimmen. ‘Sven Sims aan voor Koen.’ Zegt hij beslist terwijl hij naar het computerscherm wijst. Sven loopt terug en start de computer voor hem. Het duurt niet lang, of Koen zit geïnteresseerd naar het scherm te staren, waar De Sims opstart
.
Sven kijkt even tevreden toe hoe Koen als gehypnotiseerd naar het scherm staart, en pakt dan haar hand voorzichtig vast om haar mee te nemen naar boven. Ze voelt haar maag zich omdraaien, en ziet tegelijkertijd ook hoe zijn hoofd opnieuw rood wordt. Als ze in de gang staan, laat hij haar hand los, en wenkt haar mee de trap op. Ze volgt hem eerbiedig, tot ze samen voor een deur stil blijven staan. ‘Wacht even,’ mompelt hij bedenkelijk, voor hij de kamer in glipt en de deur voor haar neus dichtdoet. Ze houdt haar lach in terwijl ze hem door de kamer hoort rennen, waarschijnlijk gênante dingen zoals een vieze onderbroek onder het bed schuiven, en het gordijn open slaan. Ze hoort een radio aangaan, en wacht gespannen af. Met een bigsmile opent hij de deur weer, en laat haar met een gracieus gebaar langs hem lopen. ‘Mooie kamer,’ grijnst ze als ze even heeft rondgekeken. Hij mompelt een bedankje en gaat dan op zijn bed zitten, bedenkt zich, en gaat weer staan. Ze gniffelt even bij de gedachte dat hij haar verkeerde ideeën kan geven. Ze wordt afgeleid door haar weerspiegeling die haar vrolijk aanstaart vanaf een afzichtelijke met macaroni omlijste spiegel aan de muur. ‘Van Koen,’ mompelt hij zonder er verder bij na te denken. Ze knikt. ‘Had ik kunnen weten..’ grinnikt ze dan.

Vrolijk om haar heen kijkend, zakt ze neer op zijn bureaustoel. Blijkbaar besluit hij toch maar weer te gaan zitten, want hij zakt weer op zijn bed neer. Ze draait de stoel van hem weg, en bladert ongeïnteresseerd door het Frans woordenboek op zijn bureau. Puur voor de lol knipt ze zijn raar uitziende lamp aan en uit, en schrijft heel groot “SPAM” op zijn whiteboard. Ze pakt haar beker en neemt er een slok uit, terwijl ze de overige spullen in zijn kamer bekijkt. ‘Is dat je mobieltje?’ vraagt ze vrolijk als ze het ene na het andere voorwerp in haar handen heeft gehad. Ze kijkt hem vrolijk aan, en wanneer hij knikt begint ze druk op de toetsen te drukken. ‘Zo,’ grijnst ze na nog niet eens een minuut. Ze reikt hem de mobiel toe, en nieuwsgierig kijkt hij naar het beeldscherm. ‘Kun je me bellen om te zeggen wanneer die tekening af is.’ zegt ze opeens wat verlegen. Hij knikt weer en lacht naar haar. Ze wil de stoel weer omdraaien, maar zenuwachtig als ze is door zijn blik, slaat ze de beker van zijn bureau. Ze trekt haar gezicht pijnlijk samen als de plastic beker de grond raakt, en zijn houten vloer met ranja bezaait. ‘KUT!’ roept ze uit de grond van haar hart, maar zelf lijkt hij zich geen zorgen te maken. ‘In dit huis hebben we een overvloed aan Wc-papier.’ meld hij haar droogjes, voor hij de kamer weer uit glipt.

Even later gaat de deur weer open, en hoort ze een vlaag van de intro van “Go Diego Go”. ‘Koen is De Sims altijd snel zat,’ legt Sven hoofdschuddend uit, terwijl hij de hoop Wc-papier in zijn armen op de vloer laat vallen. Ze grinnikt, en helpt hem de ranja in het Wc-papier te laten trekken. ‘Ik meen het,’ vervolgt hij lachend. ‘Zodra hij weer is alle beschikbare simmetjes heeft uitgemoord, is hij het zat.’ ‘Waarom vermoord hij ze dan ook?’ vraagt ze verbaasd. Lachend kijkt hij haar aan, en geeft dan antwoord. ‘Hij doet het niet express, hij snapt alleen geen zak van dat spel.’ grinnikt hij, voor hij overeind komt. ‘Nu moeten we dat even laten intrekken.’ mompelt hij met een blik op het hoopje natte Wc-papier. Zelf komt ze ook overeind, en voelt haar mobiel trillen. ‘Wacht even,’ mompelt ze terwijl ze haar Iphone weer uit haar broekzak vist. ‘Sms,’ meld ze na even op het schermpje te hebben gekeken. Ze bijt op haar lip wanneer ze de afzender ziet - Mama. Die denkt natuurlijk dat ze nu bij Amber zit, want een Sms om haar op te komen halen heeft ze nooit verstuurd. “Nessje, moet overwerken, zit te twijfelen tussen de Mexicaan of de Chinees. Kun jij anders bij Amber blijven? Liefs, Mama”. ‘Huhm,’ kreunt ze als ze de Sms heeft gelezen. Sven kijkt haar vragend aan, maar probeert niet nieuwsgierig te doen. ‘Mijn moeder gaat uh..’ even is het stil, terwijl ze een zo goed mogelijke smoes aka reden verzint. ‘Uit eten, met een collega.’ vertelt ze dan met een zo serieus mogelijk gezicht. Hij kijkt bedenkelijk, maar knikt dan begrijpelijk. ‘Áls je me geen complete loser vindt,’ begint hij met een lachje om zijn mond. ‘Zou je natuurlijk met ons mee kunnen eten.’ Afwachtend kijkt hij haar aan, ze kan aan hem zien dat hij probeert te verbergen hoe graag hij wil dat ze blijft. Ze knikt dankbaar. 'Ik zou heel graag met jullie mee eten.’ zegt ze dan plechtig, waardoor hij een grote grijns op zijn gezicht krijgt. Hij schuifelt achteruit, en ploft weer op zijn bed neer. Uitnodigend klopt hij op het dekbed, maar wel zonder zich op te dringen. Tevreden ploft ze naast hem neer, en zonder iets te zeggen blijven ze zo een tijdje zitten. Het valt haar op hoe perfect gevormd zijn lippen eigenlijk zijn, en ze zou niets liever willen dan ze te kussen. Hij kucht even ongemakkelijk, en ze beseft hoe raar dit eigenlijk is. Jeweetwel, met een vreemd meisje op je bed, in een fijne stilte.

Hij lijkt haar met ingehouden adem aan te kijken, en zelf voelt ze zich ook opgelaten. Plotseling voelt ze opnieuw haar Iphone trillen, en iets tegen haar zin in haalt ze hem weer uit haar zak. Het blijkt een Sms van Amber te zijn. “GHAGHA, dikke flubberliefde! <’3” Hoofdschuddend stopt ze haar mobiel weer weg, zodat Sven de Sms niet “per ongeluk” kan meelezen. ‘Was het belangrijk?’ vraagt hij grijnzend als hij haar gezicht ziet. Ze schudt nadrukkelijk haar hoofd, en kijkt hem lachend aan. ‘Mijn vriendin verveeld zich denk ik.’ antwoord ze dan grinnikend.

Hij knikt begrijpend, en kijkt even naar het hoopje Wc-papier op zijn vloer. ‘Wil je nieuw drinken, water ofzo?’ lijkt hij zich plots te bedenken. Ze schudt lachend haar hoofd. ‘Nee dankje, straks moet ik nog echt naar de Wc.’ grijnst ze een tikje verlegen. Hij haalt zijn schouders op en kijkt haar vragend aan. ‘Wat is er zo erg aan naar de Wc gaan dan?’ Even is het stil, terwijl ze bedenkt hoe ze dit zo mooi mogelijk kan zeggen. ‘Dan kan ik niet bij jou zijn.’ mompelt ze dan zachtjes, terwijl haar hand die van hem vind. Hij knikt langzaam, en laat zijn vrije hand dan zacht over haar warm strijken. Genietend sluit ze haar ogen, en laat haar hoofd op zijn schouder zakken. Hij laat haar hand los, en ze voelt zijn armen om haar heen. Ze grijnst breed terwijl ze haar hand vloeiend over zijn borstkas laat bewegen. Hij kijkt haar aan, en zij kijkt terug. Het lijkt zó afgezaagd, zo’n saai verhaal dat nergens heen gaat en waar snel een einde aan gebreid moet worden, maar ze wist dat alleen zij en Sven konden begrijpen hoe mooi dit moment eigenlijk was. Ze wist dat mensen snel foute ideeën kregen als een jongen en een meisje zo intiem samen op een bed zaten, maar ze wist ook meteen dat Sven anders was. Sven was, zo wist ze opeens, dé jongen waar ze op gewacht had.

Ze haalt diep adem als hij haar recht in haar ogen kijkt; Zijn heldergroene vinden haar grijze. Aan de andere kant lijkt haar ademhaling juist te stoppen, als ze merkt wat er misschien wel staat te gebeuren. Buiten begint het opeens te regenen. Dikke druppels kletteren op Sven’ slaapkamerraam en zorgen voor een aangename sfeer. In het huis naast hen begint een kind te huilen wanneer de lucht plots oranje kleurt. Het is begonnen te bliksemen. Het zat er dan ook aan te komen, beseft ze zich. Het was al weken heet, dus een zomerstorm was te verwachten. Hij kijkt haar nog steeds aan, en zij kijkt nog steeds terug. Het dondert en bliksemt, en de regen roffelt nog steeds gezellig tegen de ruit. Hoewel het voor anderen misschien anders zou zijn; Voor haar is dit het perfecte moment voor een eerste kus. Ja, haar eerste kus. In tegenstelling tot al haar vriendinnen met hun vriendjes, was zij altijd alleen geweest. Ow, haar vriendinnen hadden best wel wat pogingen gedaan er een voor haar te vinden, een vriendje. Maar die hadden altijd gedaan alsof ze een puzzel van duizend stukjes was; ze zouden teveel tijd aan haar moeten besteden. Daarom was haar enige vriendje dan ook altijd de Donald Duck geweest, die elke vrijdag weer trouw op haar lag te wachten op de deurmat. Opeens beseft ze zich dat Sven haar met een schuin hoofd aan kijkt, duidelijk nieuwsgierig naar haar gedachten. In plaats van haar rare hersenweefsels met hem te delen, buigt ze zich langzaam voorover. Hij krijgt een grote lach op zijn gezicht, en dat is het laatste dat ze ziet voor ze haar ogen sluit en de laatste centimeters tussen haar, en zijn lippen aflegt. Het is zoals ze altijd gedacht had dat het zou zijn - beter, zelfs. Want het was Sven. Sven is beter dan alles, besluit ze terwijl ze haar armen om zijn nek slaat, en zijn armen zich weer om haar middel strengelen. En dat zonder dat hun lippen elkaar loslaten. Na een tijdje weken haar lippen langzaam los van die van hem, en slaat ze haar armen nog iets dichter om zijn nek. Ze kijkt hem nog dieper dan voorheen in zijn ogen, en besluit haar ventieldopje te vereren dat hij is kwijtgeraakt.

THE END :D

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Ps. Voor degene die het zich toevallig afvragen (Romée, hoe zit het in vredesnaam met dat ene verhaal dat je toen zou plaatsen over Droomzicht? O:) Nou, daar wordt drukjes aan gewerkt, alleen dat kan op het moment niet, omdat ik met een kuttig probleem kamp D=
Eerst leek het alleen bij de Dromers zo te zijn, maar nu is het ook zo bij de Plezantjes (vd Kerkhofjes weet ik nog niet, maar zou ook kunnen).
Nu is het zo, dat als ik de Dromers of de Plezantjes wil laden, hij laad tot ongeveer de helft van die rijen zeg maar, en dan zomaar Bam, is er geen Sims meer D=
Ik weet echt niet waardoorhet komt =(
Mogelijk doordat ze geen brievenbus hebben, door evil brievenbus, snappie D=
Maar dat vind ik raar, want Stefano en de Heethartjes waren een tijdje ook brievenbusloos, maar die hebben er gewoon weer 1 voor in de plaats gekregen O:
Ik heb echt al heel veel geprobeerd :/
Dit:
- Het hele huis in het kaveldepot douwen en weer terug plaatsen
- De twee families tijdelijk bij de Blutjes laten wonen > eigen huis zoeken > in eigen huis terugdouwen
Maar bij beide keren liep hij weer vast :/
Pleas, als iemand iets weet, HELP MEEE D=

~*~

GHAGHA. Jij mieterse bich, ik vind jou koel. :3
Jij weet wel wie ik ben, dat weet jij wel, maar voor de rest weet niemand dat lekker.
Nu voel ik me zo dik evil ^^

xxxx' anouk

verhaaltje

Previous post Next post
Up