Datong-Wutaishan, dag 6

Jun 16, 2007 11:36

Ik ben geen ochtendmens, laat dat duidelijk zijn. Toen om vijf uur mijn wekker ging had ik dan ook flink de ziekte in. Het grote voordeel was wel dat de "muziek" op het stationsplein nog niet begonnen was en dat ik dus rustig wakker kon worden zonder cinees gejengel aan mn hoofd. Ik douchte, propte de laatste spullen in mn rugzak en sprak met mn moeder af dat ze in het hotel in Wutaishan (die in de lonely planet? Ja die in de lonely planet.) op me zou wachten. De auto zou namelijk eerder aankomen dan mijn bus, ook al vertrok de auto een paar uur later pas.

Met lood in mn schoenen liep ik het hotel uit. Die amerikaanse kon zich maar beter niet verslapen hebben... Of erger, moeten wachten tot de nagellak op haar tenen droog was en zo de bus missen... Zo bedacht ik me allerlei rampscenario's en tegen de tijd dat ik de weg over gestoken was had ik er al spijt van dat ik niet gewoon met de auto was gegaan. Gelukkig stond ze aan de overkant al op me te wachten met haar enorme hutkoffer. "Hiiiii!" Mooi, dat was 1, nu de bus.

We liepen de straat tegenover het station op. Langs de stoplichten zoals de meneer bij de CITS had gezegd en langs de eerste bussen. We doken een eettentje in om wat dumplings voor onderweg te halen. (dumplings zijn een soort gestoomde deegbroodjes met een pittige vulling van ik-wil-het-niet-weten die het erg goed doen als ontbijt in china) Toen we langs een bus liepen kwam er een man naar ons toegerend: "Wutaishan?" Ze wisten dus al dat er twee domme toeristen mee moesten en dat was maar goed ook, anders hadden we de bus waarschijnlijk nooit gevonden. We waren ruim op tijd, dus hadden we de luxe dat we konden zitten. Naast elkaar zelfs. Opgelucht ploften we neer en keken hoe zich steeds meer chinezen in de bus propten. Nu viel het qua aantal chinezen mee, maar gezien de belachelijke hoeveelheid handbagage ze meenemen was het nog steeds maar de vraag of iedereen mee zou kunnen. Iemand besloot om een compleet cafe in Wutaishan te gaan bevoorraden met flesjes bier, waardoor het hele gangpad volstond met dozen bier. En dan bedoel ik letterlijk vol. Je kreeg er geen teen meer tussen en iedereen liep dus vrolijk over de dozen bier heen en weer. Tegen de tijd dat de bus wegreed stond alles vol met bagage, en als ergens geen bagage stond zat er wel iemand.

Ergens onderweg kreeg de bus pech. Een lege band in the middle of nowhere, tuurlijk, dat zat eraan te komen. Chinezen zijn niet bepaald een geduldig volk. Het angstzweet brak de arme chauffeur uit en haastig liep hij met zijn gereedschapskistje de bus uit om te kijken wat er aan de hand was. Alle chinezen in de bus hingen uit het raam te schreeuwen en we zagen de chauffeur even onder de bus verdwijnen. Het geschreeuw werd steeds luider en de chauffeur had eigenlijk geen andere keus dan weer te gaan rijden. Geen idee of de band nu uiteindelijk gerepareerd is... ik wilde het niet weten. En trouwens, het verschil zou toch niet te voelen zijn aangezien de bus zelfs onder de noemer "barrel" nog overschat zou worden.

De amerikaanse (die we vanaf nu Celine gaan noemen) en ik konden het verbazingwekkend goed met elkaar vinden. Ze was 32, woonde in LA en was actrice. Na een rotte scheiding wilde ze haar leven drastisch veranderen en besloot een tijdje te gaan reizen. In Bangkok werd ze hopeloos verliefd op een engelsman en toen ze over hem vertelde moest ik lachen om het feit dat we zoveel op elkaar lijken. We kletsten urenlang! Achter ons zat de enige mede-buitenlander van de bus. Paco, een enorme spanjaard die helaas maar drie woorden engels sprak. Met woordenboeken (spaans-engels en spaans-chinees) kwam hij toch overal, en ik had eigenlijk meteen al bewondering voor hem. Moet je je voorstellen, maandenlang alleen kunnen comminuceren met woordenboeken en een kladblokje...

hoe langer we onderweg waren hoe mooier het landschap werd. Bergen, ravijnen, kleine dorpjes, bossen... De vrouwen in de bus deden niet anders dan glimlachen naar ons. Glimlachen om vervolgens met elkaar te roddelen, waarschijnlijk over hoe gek we eruitzagen, want na het geroddel kwam altijd een hevige lachbui. De mannen roddelden niet. Die keken alleen maar. Celine en ik lachten er maar om en roddelden net zo hard mee. Oppeens was ik vreselijk blij dat ik in die bus zat. Ik ga niet veel met meiden om en het was heerlijk het gevoel te hebben dat ik een vriendin gevonden had. Een soortgenoot. Ook al was het maar voor dat moment in die bus op weg naar Wutaishan, het voelde goed.

In Wutaishan namen Celine, Paco en ik een taxi naar het hotel dat in de lonely planet stond. Het hotel waar ik afgesproken had met mijn moeder. Wutaishan is een klein dorpje en buiten kloosters, tempels, souvenirswinkeltjes en een paar hotels is er niet veel te zien. Op buitenlands toerisme is dit plaatsje in de bergen totaal niet voorbereid. Met behulp van onze vertaalgidsen kwamen we er toch redelijk uit met de giechelende meiden in het hotel. "zijn hier eerder vandaag drie buitenlanders ingechecked?" Nee, we waren de eerste buitenlanders. "is dit het ik-ben-de-naam-kwijt hotel?" "Shi!" Ja dus. Hmm, en nu? Zou de auto nog niet gearriveerd zijn? Ik besloot maar even te bellen... Toen bleek maar weer hoe verpest ik ben met alle moderne technologie: in de bergen was bereik voor chinezen, maar niet voor buitenlanders, gek genoeg. We besloten naar de CITS van Wutaishan te bellen om te vragen of er nog een ander hotel onder dezelfde naam in het dorpje was. Helaas, het meisje van de CITS sprak ook maar heel beperkt engels. Gelukkig was mijn moeder helder genoeg om even de naam van het hotel waar we een kamer gereserveerd hadden via de CITS in Datong te vergelijken met de naam die we in de lonely planet hadden aangewezen. De namen leken veel op elkaar, maar waren toch niet helemaal gelijk. Ze besloot naar de CITS te gaan, in de hoop dat ik hetzelfde idee zou hebben. Na heel veel gebel en gedoe kregen we elkaar aan de telefoon en heb ik een taxi naar de CITS genomen. Paco bleef achter, maar Celine besloot in hetzelfde hotel te blijven als wij.

Mn moeder en ik besloten om die middag wat rond te slenteren. Het hele dorp zat vol monniken, waar je ook keek. De sfeer was heerlijk en de gebouwen waren prachtig. Hier kreeg ik pas het idee dat ik in China was, dit was wat ik me had voorgesteld. In een klooster raakten we aan de praat met een monnik die me het verschil tussen het boedisme in india, tibet en china uit probeerde te leggen. We gingen mee naar zijn kamer om hem te horen spreken en voor we het wisten lagen we met ons hoofd op de grond mantra's te neurien en werden we gezegend. Ik kreeg een foto van zijn "meester" mee, en een foto van hemzelf. Onder de mantra's schreef hij zijn email adres en hij wees op zijn laptop. "Kijk, als je vragen hebt kun je me mailen!" Het was een enigszins bizarre ervaring, maar buiten dat voelde ik me nog net zo nuchter als altijd. Misschien moet je wat langer in een klooster zitten om verlichting te vinden. :P

Die avond gingen we met het nederlandse stelletje en celine uit eten. We wilden een chinese hotpot! We vonden een leuk restaurantje en het gedoe van bestellen kon weer beginnen. We bestelden vis, en varkensvlees, en rijst en eieren omdat dit het enige was dat de mensen daar begrepen, zelfs met het oh zo handige boekje point it. Toen we iets te drinken wilden bestellen werd er een meisje uit de tegenoverliggende kapsalon gehaald. Ze sprak net drie woorden engels meer en zou alles voor ons vertalen, als we tenminste aan haar duidelijk konden maken wat we wilden. Ze was onze reddende engel, echt waar. De hele tijd is ze in het restaurant gebleven en als we iets wilden bestellen hielp ze ons. Het eten was erg lekker. Een hotpot is een soort draaiende fondue met allerlei sausjes. Er wordt van alles in de sausjes gegooid en na een paar minuten mag je je eten eruit vissen. We hebben de pittigste tafel genomen en het smaakte voor het eerst dat we in China waren ook echt ergens naar. De vis was wat minder, maar ach... Op weg naar het toillet deed ik een schokkende ontdekking. Toen we binnenkwamen stond er een aquarium met twee vissen. Nu we gegeten hadden stond het aquarium er nog, maar de vissen waren weg. Hmmm, tja, dat hadden we kunnen weten natuurlijk. Het neemt niet weg dat we een geweldige avond gehad hebben, en nadat we de kapster uitgebreid bedankt hebben gingen we naar ons hotel. Celine zou de volgende dag vertrekken naar een andere plaats dus we namen afscheid op haar kamer. Ze gaf me chinese eetstokjes, en ik nam een paar foto's van ons samen. We zagen er beroerd uit na de vermoeiende dag, dus ze waren geen succes, helaas. Ik vond het jammer dat we afscheid moesten nemen. Ik troostte mezelf met oreo koekjes en een slaappil (mn moeder snurkt harder dan een cirkelzaag) en kroop in bed.
Previous post Next post
Up