Jun 15, 2007 12:11
Na de chinese versie van my heart will go on gevolgd door een klassiek stuk in chinese pingelinstrumenten dat over and over and over gespeeld werd op het station ben ik stampvoetend en zwaar chaggerijnig uit bed gegaan. Ik heb eerst nog wat staan schelden bij het raam, dat uitzicht bood op een bijna verlaten stationsplein (waarom spelen ze die herrie als er niemand is? De regering bepaalt al welke internetsites ik wel en niet mag bezoeken, gaan ze me nu ook nog vertellen wanneer ik mijn bed uit moet komen??) en irriteerde me vervolgens aan het feit dat mijn moeder het schijnbaar allemaal prima vond. Ach, gelukkig gaan we zo mooie dingen zien. Dat was natuurlijk ook zo. (maar het gaat om het principe!)
Om half acht moesten we bij de CITS op het station zijn. Daar ontmoetten we de mensen waar we de hele dag mee op pad zouden gaan. Een leuk nederlands stel, een stel dat bestond uit een duitse en een italiaan, een jong engels stelletje, een alleen reizende stoere engelsman, en een amerikaanse die ogenschijnlijk te stom was om te lopen en ademen tegelijk. "Do I have to put a coin in the coffee machiiiiine?" Oh god, dacht ik nog.
In een minibusje met een chinese gids met een schitterend bloemenhoedje werden we naar onze eerste stop gereden: de yungang caves. In iedere grot kon je enorme uitgehouwen boeda's bewonderen. De grootste was 18 meter hoog en behoorlijk indrukwekkend! Ik maakte foto's, kletste wat met de mensen uit onze groep en kon het stiekem toch best vinden met het amerikaanse blondje. Na een tijdje verlieten we de grotten en gingen op weg naar the hanging monastery. De naam zegt het al, een hangend klooster. Voor mij was dit klooster DE reden om naar Datong te komen en ik was dan ook erg benieuwd.
Eenmaal aangekomen bij het klooster kregen we eerst een maaltijd voorgeschoteld. Het eten was goed, tenminste, vergeleken met de dingen die we al gegeten hadden in China. Ongelofelijk hoe je na een paar dagen je standaard al bijstelt ;) Het was vooral gezellig. De groep was leuk, en iedereen had wel iet interessants te vertellen. We kwamen erachter dat het nederlandse stel de volgende dag, net als wij, naar Wutaishan zouden gaan. We hadden allebij nog niks geboekt dus misschien konden we een prive chauffeur regelen met zn vieren. Het zou niet veel duurder zijn dan de bus, en op zn zachtst uitgedrukt een stuk comfortabeler!
Het klooster hing aan een enorme rotswand. interessant is hoe het daar gekomen is. In het kort: Er was eens, lang lang geleden een mooie vallei, ingeklemd tussen twee rotswanden. In die vallei lag een dorpje met een klooster. Op een dag kwam er een grote boze overstroming en de moniken en dorpelingen vluchtten naar de toppen van de rotswanden. Ze besloten om een nieuw klooster aan de rotswand te hangen om het te beschermen tegen toekomstige overstromingen. Met touwen lieten ze zich langs de wand naar beneden glijden en bouwden zo een hangend klooster. De chinezen leefden nog lang en waarschijnlijk best gelukkig en het klooster heeft er zo'n 1400 jaar gehangen. In de Ming en Qing dynasty is het klooster gerenoveerd en nu hangt het er dus nog. Einde.
Heel leuk allemaal :) Het klooster bestaat uit smalle wandelpaadjes met lage relingen waarachter een 50 meter diepe afgrond ligt te wachten. De paadjes gaan langs kamers vol beelden en relikwieen uit drie verschillende religies. Mn moeder heeft zich vastgeklampt aan de houten palen van het klooster en is zo van paal naar paal geschuifeld. Toch knap dat ze het heeft volgehouden, al moest ik soms best lachen om de angstkreten achter me :P Ik vond het klooster geweldig, prachtig en indrukwekkend en vond het jammer dat we weer terug naar het busje moesten. Mn moeder kocht op de terugweg nog een beeldje van een varkentje, en ik besloot dat het beter was als ik het afdingen vanaf nu maar op me zou nemen.
Terug op het station moesten we natuurlijk nog vervoer naar Wutaishan regelen. Net toen we een auto geregeld hadden zei de amerikaanse dat ze eigenlijk ook wel naar Wutaishan wilde. vijf man plus rugzakken was te veel voor de auto. De amerikaanse besloot met de bus te gaan. Plotseling zag ik mezelf tobben in India: Helemaal alleen, niet wetend waar ik naartoe moest, allemaal starende mensen om me heen... Ik besloot met haar mee te gaan in de bus. Ik bedoel, ze kreeg niet eens een koffie uit de machine, laat staan dat ze de goede bus zou weten te vinden!
Die avond gingen we met de hele groep nog iets drinken in het centrum van Datong. Met drie taxi's gingen we naar de enige bar die vermeld was in de lonely planet. Zorg maar eens dat 3 chauffeurs die geen engels spreken allemaal dezelfde kant opgaan... Een stopte, de ander reed door... Het was veel gezwaai naar de andere taxi's maar uiteindelijk stonden we allemaal in dezelfde kroeg en proostten we ons Jintao biertje. We wisselden emailadressen uit en beloofden de foto's door te sturen die we die dag gemaakt hadden. Zo gingen we allemaal onze eigen kant weer op. De amerikaanse en ik spraken af dat we om kwart voor zes de volgende ochtend bij het station zouden staan. Ik hoopte vurig dat ze me niet zou laten zitten, ik had immers een luxe ritje dat er twee keer zo kort over deed dan de lokale bus laten schieten...