Er ging een half jaar voorbij zonder je nageltjes die over de vloer krasten, zonder je gemiauw geren en gespring op t moment dat er iemand thuis kwam. Zonder het geluid van je etensbakje die je over de vloer schoof uit teken van hongerigheid. Een half jaar zonder je vacht te kunnen voelen, je het zout van mijn handen af te kunnen laten likken, zonder je achter je oor te kunnen kriebelen. Een half jaar zonder je uit te hoeven laten, 'ga je mee naar Jan en Kitty' te hoeven roepen en zonder je 's avonds in mijn bedje te vinden.
Ik kan me nog altijd niet voorstellen dat je er niet meer bent en dat ik je nooit meer zal zien. Het is onwerkelijk. Het lijkt nog maar zo kort geleden dat je nog rustig op mij schoot lag te soezen.
Hoewel je er niet meer bent leef je voort in mij. Ik draag je bij me, diep in me, daar waar je nooit dood zal gaan.
Ik mis je. Heb je lief. Mis je, lief.