Na een nachtje rusten en rijzen in de koelkast was het tijd om verder te gaan met bakken. Met resultaat, al moet ik zeggen dat in mijn herinnering brioche toch wel wat zachter en vooral zoeter was. Als ik het nog eens doe mag er flink meer honing in, maar dan zal ik de recepturen uit De kunst van het koken nemen, zien of dat beter gaat.
Deeg
Het deeg was na een nacht rijzen kleverig en taai, net houtlijm. Het is ook erg schuimig nu nog na de eerste reis. De lucht die opsteeg uit de emmer.... nou laten we zeggen dat als je diep inhalleert je vast geen auto meer mag besturen. Het kostte flink moeite en veel extra bloem om er werkbare balletjes van te draaien die niet aan mijn handen kleefden. Ik ben wel wat gewend, na eerder bakken op deze manier. Maar de boter en het ei in het deeg maakte het extra plakkerig, gewoon brooddeeg is toch makkelijker handteerbaar.
Vormen
Brioche à tête maak je traditioneel in wijd uitlopende geribbelde vormen. Ik heb hier een siliconen matje met 6 mini's gebruikt. De vorm is vrij eenvoudig te maken. Je draait een balletje deeg die de vorm ongeveer tweederde vult, en legt er een kleiner balletje deeg boven op voor de tête, het kopje.
Tweede rijs
Na nog een uurtje op het aanrecht om te rusten en voor de tweede rijs. Bestreken met ei en klaar voor de oven. Zie dat het nog flink uitgerezen is. Het deeg was in de koelkast al zo ongeveer verdrievoudigd in volume.
Resultaat!
Zes mooie glanzende goudgele mini brioches. ...en een artsy foto.
Strucuur
Altijd belangrijk met brood. Een mooie gelijkmatige structuur, met zo min mogelijk grote luchtbellen of juist compacte gedeeltes. Goed geslaagd, maar het is wel erg stevig. Ik weet dat winkelbrood toevoegingen krijgen waardoor het extra zacht wordt en zelf gebakken brood eigenlijk altijd steviger is. Maar naar mijn idee is dit baksel me net té en mag het wel wat zachter.
Voor de liefhebbers nog een basisrecept om zelf ongekneed brood te bakken:
Click to view