Sep 29, 2012 01:26
Door Mark
Het naamloze theehuis lag er verlaten bij. De woestijnwind had snel zijn werk gedaan na het vertrek van de avonturiers: het hele gebouw was van binnen en buiten bedekt met een fijn laagje geel zand. Of gebouw… eigenlijk was het niet veel meer dan een paar verweerde muren, de laatste tastbare herinneringen aan een lang vervlogen tijd.
Hoe anders was het een week eerder geweest! Van ver al klonken toen de warme klanken van de takht, een onweerstaanbare verlokking voor vermoeide reizigers op zoek naar beschutting en een volle maag. Eenmaal binnen werden zij met open armen welkom geheten en van alle geneugten voorzien: de traditionele gastvrijheid van de woestijnnomaden in volle glorie.
Maar zoals zo vaak in de woestijn was niet alles wat het leek. De wandkleden, de schalen met dadels, de waterpijpen, ja zelfs de danseressen: het bleken slechts projecties, schijnlevende hersenspinsels van geesten die gevangen zaten in de voetsporen van een vloek - of misschien enkel in hun eigen verwarde gedachten. Echo’s uit een tijd ouder dan de muren van het theehuis zelf.
Toch waren ze tastbaar genoeg om het decor te vormen voor een spel van intrige, magie en strijd. Want in hun willekeur hadden de geesten méér dan alleen goedwillende reizigers in hun verhaal gewoven. Een oude man, nu versleten maar ooit een krijgsheer van ondode horden. De kapitein van een schip zonder water. En een opportunistische kennisgaarder, op zoek naar een geheim uit de tijd dat de woestijn nog geen woestijn was.
Geheimen vonden ze, meer dan hen lief was. Een vergeten keldergewelf opende deuren naar plaatsen en kennis die misschien verborgen had moeten blijven. Er werd gevochten, in het theehuis en ver daar buiten. Een oude vijand werd verslagen, een nieuwe vijand werd gewekt. En op de rand van een heuvelrug, even buiten het theehuis, scheen de zon net een stukje feller boven twee verwante zielen die elkaar opnieuw ontmoetten.
Nu zijn ze weg, de reizigers en de necromantiërs en de nomaden. Vertrokken met een elfenleger naar het westen. Een enkeling koos een andere weg en toog zijn droom achterna, naar de verre elfenlanden. En dan was er nog hij, Schoppen Aas, die zelfs Helos te slim af was. Hij voer aan het roer van zijn eigen schip naar de sterren. Hun reis is nog niet ten einde, hun boek nog niet volgeschreven.
Zouden ze zich het herinneren, de reizigers? Het Verhaal, even naamloos als haar hoofdrolspelers. De Held, De Sultan, het Mooiste Meisje, hun echte namen vergeten in de geschiedenis. Een vertelling die maar vaak genoeg herhaald wordt, verliest vanzelf haar franje tot alleen de kern resteert. Was het Liefde? Was het Tovenarij? Of was het toch Verraad? De geesten namen het antwoord op die vraag mee terug naar waar zij ooit vandaan kwamen, en al dat overbleef was zand.
charm,
roleplay