Onlangs had ik een discussie met iemand die verbolgen reageerde op het feit dat ik de overheid in meerdere mate betrouwbaar vind dan het bedrijfsleven/de "vrije" markt. Het spreekt voor zich dat beide hun slechtheden kennen. Neem minister Schippers die weigert het farmaceutisch-wetenschappelijk complex (de verwikkeling van de farmaceutische industrie en de medische wetenschap) aan banden te leggen omdat deze volgens haar geen invloed zou hebben op de objectiviteit van onderzoek en medische adviezen. Ik vraag me af waar haar optimistische naiviteit vandaan komt, maar het zal wel iets te maken hebben met haar heilige geloof in een 'vrije' lees gemanipuleerde markt, het blijft de VVD (
http://brandpunt.kro.nl/seizoenen/2014/afleveringen/19-10-2014/fragmenten/pillen-via-de-achterdeur).
Ik ervaar dat er met rare maten wordt gemeten als het gaat om vertrouwen in de overheid versus vertrouwen in de vrije markt. Je wordt al snel weg gezet als een of andere communistische mongool terwijl het geloof in de vrije markt en het bedrijfsleven niet minder naief is dan het geloof in de overheid. Ik heb nooit de moeite genomen mijn ideen hierover fatsoenlijk uit te werken maar gelukkig heeft socioloog Mieke van Stigt dat wel gedaan. Een aantal geselecteerde fragmenten (hele artikel: zie
http://www.socialevraagstukken.nl/site/column/wie-is-er-bang-voor-betutteling/):
"Autonomie (zelfsturing en keuzevrijheid) is één van de hoogste waarden in onze democratische, geïndividualiseerde samenleving. Mensen ervaren een primaire verantwoordelijkheid voor het eigen leven en de eigen gezondheid. Maatregelen vanuit de overheid die de keuzemogelijkheden inperken, worden daarom al snel gezien als een inbreuk op de autonomie, op de fundamentele rechten van mensen om zelf te kiezen, zelf te bepalen. Om het minste of geringste verrijst het spookbeeld van de allesbepalende staat en de burger die aan de leiband loopt. Opvallend echter is dat de vele miljarden aan marketingstrategieën, erop gericht om ons te verleiden tot ondoordachte aankopen, doorgaans niet of nauwelijks worden ervaren als een inbreuk op onze vrijheid.
Marketing wordt verkocht als keuzevrijheid
Onze samenleving dríjft op marketing, daar gaan miljarden in om - en dat is niet omdat wij zo vrij en autonoom kiezen maar omdat het effect heeft op ons gedrag en daarmee winst oplevert voor de bedrijven. Veel winst. In vergelijking tot de miljarden aan marketing zijn die paar miljoen die de overheid uittrekt om ons voor te lichten een lachertje. Kortom, we piepen bij overheidsbetutteling maar we hebben geen oog voor de enorme invloed van marketing. Dat is gillen om een mier terwijl je oog in oog staat met een hongerige leeuw. De vraag is: waarom?
Allereerst natuurlijk omdat marketing ons verkocht wordt als keuzevrijheid. We denken graag dat we zelf keuzes maken, dat marketing óns niet echt raakt maar andere, dommere mensen wel. Eventuele overheidsmaatregelen treffen echter iedereen en worden daarom gezien als een beperking van de eigen handelingsvrijheid, van de zelfsturing.
De grootste bezwaren tegen betutteling konden óók nog wel eens van de kant van de marketing zelf komen. In New York bleken het uiteindelijk de frisdrankfabrikanten die met een uitgekiende campagne, tegen de ‘nanny-state’, de maatregel wisten tegen te houden.Ze sloten met een uitgekiende campagne aan bij de verontwaardiging van de arme burger, die ze wijsmaakten dat de stad zijn laatste restje luxe en vrijheid afpakte. Ze hadden ook méér dan voldoende geld om ingewikkelde processen aan te spannen wegens oneerlijke concurrentie. Maar de ‘protestmars’ werd uiteindelijk bijgewoond door slechts een handvol aanwezigen, voornamelijk afkomstig van de pers en de industrie. De burgers schitterden door afwezigheid. Dus wie is er bang voor betutteling? Degenen die het meest profiteert van vrijheid. En dat is maar al te vaak de producent."
Toen ik dit artikel las dacht ik wel nog even aan de volgende kanttekening over het effect van marketing: Er zijn ook onderzoeken die uitwijzen dat marketing eigenlijk maar een klein effect heeft. Een van de argumenten daarvoor is dat dat de correlatie vaak wordt omgedraaid: bij een groot marketingbudget lijkt het alsof er meer producten zijn verkocht maar eigenlijk is het andersom: er kan pas veel in marketing geinvesteerd worden, wanneer bedrijven veel producten verkocht hebben. Omdraaien oorzaak/gevolg. Deze nuancering doet natuurlijk niets af aan het punt van van Stigt want er zijn meer commerciele manipulatie technieken dan enkel marketing. Denk aan hoe individuen beinvloed worden door bijv. social media en collaborative filtering. Daarover denken we massaal dat dit ons vrijer maakt terwijl het ons juist in een smaak en denk tunnel plaatst. Geen haan die hiernaar kraait. Het gaat volgens mij om zichtbare versus onzichtbare manipulatie. Als manipulatie out in the open gebeurd beginnen we te piepen. De overheid, *getver* nee, we worden liever aangestuurd door een onzichtbare hand vanuit de "vrije' markt. Zeg nou zelf, wat is nu eigenlijk meer beangstigend.