NRG

Dec 18, 2005 01:00

Energie speelt niet volgens onze mensenregels. Energie krijg je van jezelf. Als je iets doet waar je geen zin in hebt, heb je er te weinig van. Vind je iets dat je wél leuk vindt, dan lig je 's nachts shakend van enthousiasme in je bed.

Nu heb ik het geluk dat ik elke ochtend vrolijk mijn bed uit kan stuiteren en elke dag een beetje vrolijker wakker word. Wil je ook leren hoe ik dat doe?

Eigenlijk heeft het weinig met geluk te maken. Er is een truukje.

Mensen zijn net dieren, in de meeste opzichten. Dieren denken niet na. Ze kunnen wel leren, maar erover nadenken en erop reflecteren kunnen ze niet. Zelfkennis is alleen de mens eigen. Maar dieren proberen ook niet om alles volgens de regels te doen. Dieren hebben een instinct, dat ze vertelt wat ze moeten doen. Eten, slapen, zich voortplanten. Dieren léven. Ze bestaan en vragen zich niet af waarom. Waarom zouden ze? Hun eten smaakt er echt niet beter om. Levensvragen houden hen niet uit hun slaap 's nachts. Als het eten op is, gaan ze op zoek naar nieuw voedsel in plaats van zich af te vragen waarom ze het ongeluk hebben dat net hún eten verdwenen is!

Ook wij mensen hebben een instinct. Als je net geboren bent, werk je al. Je gaat niet spontaan dood als niemand je vertelt dat je je hart moet gaan laten kloppen. Ook als je slaapt werkt je lichaam gewoon door. Hoef jij niks voor te doen. Als je ziek bent, is je lichaam druk bezig je te genezen. Als je het écht wil en als je erop vertrouwt, kan je lichaam bijna alles aan.

We leven in een tijd waarin het normaal is om een pilletje te nemen als je je ziek vindt. Pijn in je buik? Slik een pilletje. Pijn in je hart? Slik een pilletje. Pijn in je hoofd? Slik een pilletje.

Waarom lijdt ons lichaam dan zoveel pijn? Als het vanzelf allemaal goed werkt, moeten we daar toch niks van merken?

Er is een reden dat we pijn voelen. Pijn attendeert ons erop dat er iets niet goed is met ons. dat er iets dient te veranderen, en wel NU. Pijn is het meest duidelijke en directe signaal dat ons lichaam ons kan sturen. Als je pijn lijdt, gaat er een signaal van je zenuwen naar je hersens. Die registreren de pijn, en dan pas voel jij het. Als je een gloeiende pan beetpakt terwijl je dacht dat die koud zou zijn, duurt het even voor je doorhebt dat je pijn hebt. Tijd genoeg om je lelijk te verbranden.

Maar pijn gaat twee kanten op. Als jou iets overkomt dat je niet leuk vindt, doet het ook pijn. Denk maar aan gepest worden op school, of op je werk steeds het werk van anderen moeten doen, of steeds opnieuw ruzie krijgen met je partner over niets. Je voelt je akelig, maar je kan er niks aan doen. De pijn komt direct vanuit je hoofd. Je kan wel over je hoofd wrijven tot je eens ons weegt, maar het doet er echt niet minder pijn om als je steeds wordt uitgemaakt voor een mietje. Maar de pijn in je hoofd blijft daar niet zitten. Die moet ook ergens heen.

Pijn uit je hoofd gaat ergens anders in je lichaam zitten. In je buik bijvoorbeeld. Toen ik op school steeds het werk van de andere mensen in mijn werkgroepje opnieuw moest doen omdat ze er de kantjes vanaf liepen, werd ik daar niet vrolijk van. Integendeel zelfs. Ook van mijn relatie werd ik op dat moment niet zo vrolijk, want mijn vriendin had zonder het me te vertellen met een ander in een hotel geslapen. Ik ben geen jaloers persoon, maar ik wil wel graag weten met wie mijn vriendin in één bed ligt.

Mijn situatie op school deed me pijn. Mijn vriendin had me ook behoorlijk pijn gedaan, door me iets niet te vertellen waarvan ze wist dat ik het had willen weten. Ik voelde me al een tijdje niet zo lekker. Ik begon me steeds rotter te voelen. Elke dag werd ik wakker met buikpijn. Elke dag werd het ook een beetje erger. Ik stond op met de gedachte dat ik wéér aan de slag moest met het huiswerk van anderen, overdag probeerde ik te begrijpen waarom mijn vriendin met een ander in een hotel had geslapen en 's nachts spookte die jongen zelf ook nog eens door mijn hoofd. Wakker worden met een rammelende maag is één ding, maar mijn buik gaf míj elke ochtend een pak rammel!

Op een gegeven moment raadde mijn ex-vriendin me tijdens een gesprek een boek aan. Ik las op de site van de schrijver een korte introductie die me zo interesseerde dat ik de dag erna meteen het boek gekocht heb. Tijdens het lezen herkende ik heel veel dingen. Manieren om meer te genieten van je leven, en om er minder over na te denken. Toen begreep ik het opeens: ik dacht teveel na. Mijn gedachten maalden maar door, stapelden zich op elkaar en op een gegeven moment kwam het me tot híer omdat ik een heleboel pijn had opgestapeld.

Gelukkig vond ik in het boek een manier om wat meer tot mezelf te komen. Door even mijn ogen te sluiten en mijn lichaam te voelen, écht te voelen hoe mijn gevoelens door mijzelf stroomden, kreeg ik inzicht in hoe ik me écht voelde. Niet door mijn gevoel met woorden te benoemen, want een lichaam, dierlijk of menselijk, gebruikt geen woorden om zichzelf te uiten. Als je je vinger brandt aan een gloeiende pan roep je waarschijnlijk wel AU!, maar veel mensen lijden pijn zonder hun mond open te doen. Misschien zetten ze wel hun gevoelens op papier. Het schijnt dat de beste boeken worden geschreven in een periode dat de schrijver depressief is.

Als je pijn hebt, moet die eruit. Pijn is een gevoel dat moet stromen. Ik merkte dat mijn buik pijn ging doen als ik me vervelend voelde. Ik ging steeds vaker oefenen met het voelen van mijn lichaam. Elke keer dat iemand iets van me vroeg, nam ik een paar seconden om de reactie van mijn lichaam te peilen. Als ik 'ja' had gezegd terwijl ik dat eigenlijk niet wilde, begon mijn buik alweer flink te protesteren. Als ik 'nee' had gezegd voelde ik me wel even rot omdat ik die persoon niet had geholpen, maar nam de druk in mijn buik een beetje af. Toen begreep ik het. Alle pijn die ik in mijn lichaam voelde, ging naar mijn hersens. Alle pijn die vanuit mijn hoofd kwam, kwam uiteindelijk in mijn buik terecht. Om mijn knorrende buik gerust te stellen moest ik wat meer voor mezelf kiezen.

Zo gezegd, zo gedaan. Ik ging vaker 'nee' zeggen, en elke keer ging de pijn in mijn buik een klein beetje weg. Elke ochtend werd ik een beetje vrolijker wakker, met een gezonde honger in plaats van een ongezonde pijn. Ook met mijn relatie gaat het nu veel beter. Ik voel me weer een heel dier. Ik denk niet meer zoveel na over de dingen die me dwars zitten, omdat ik te druk bezig ben met ze te voelen. Zo heb ik tijd over om na te denken als het ergens voor nodig is.

Je merkt dat ik nog niet heb verteld hoe mijn relatie weer heel is geworden. Dat komt een andere keer; dat is een interessant verhaal dat over iets heel anders gaat, namelijk over angst en spiegels.

Tot de volgende keer!
Previous post Next post
Up