May 29, 2006 00:50
Ze beschermt me.
Ze beschermt me tegen de wereld, tegen mensen. Want ik ben mensenschuw, en zij allerminst.
Ze reikt haar hand uit en ik steek de mijne naar haar toe, halverwege komen onze vingers elkaar tegen, dan omhelzen die van haar mijn hele hand en houden deze vast in een vaste greep. Ze trekt me terug naar het zwarte licht dat haar omringt, doch is het helderder dan welk licht ook.
Ze huilt, ik mag het zien. Ze heeft lief, ik mag het voelen. Haar masker doet ze af als ze bij mij is. Ik zie haar zoals ze is en ik keur haar niet af, want zij beschermt mij.
Haar hand altijd in de mijne, om ooit terug los te laten. Haar fatalistische glimlach die elke jongen doet smelten, haar glimlach naar mij is oprecht. Haar glimlach vervaagt in een helder licht, ik zie niets meer maar voel nog steeds haar hand in mijn glibberige handen door de lotion die ik gebruikte om haar gladde benen in te wrijven.
Zij beschermt mij, maar heeft het zelf zo druk. Te druk voor mij. Maar ik heb geduld, want eens zal die glimlach weer tevoorschijnkomen en proef ik die smaak van haar lippen terug. Ik koester haar zwarte glans, zij is mijn geheim.