AAAAAAAAAAAAAAAAAAA!!!!!
Держите меня!!!!! Вот куда народные денежки идут! ))
Onderzoek naar aanleiding van discussies over homo’
s in de voetbalwereld.
1.
Via Peil.nl zijn wel eerder vragen gesteld over se
ksuele geaardheid en is vastgesteld dat 9%
van de mannen boven de 18 jaar aangeeft homo te zij
n. Bij vrouwen geeft 2% op lesbisch te
zijn. Gericht op beide geslachten is bij de mannen
5% en bij de vrouwen 7%.
2.
Naar aanleiding van de discussies over homo’s en vo
etballen zijn in juli 2012 een aantal
vragen gesteld via Peil.nl over het sporten nu en i
n het verleden. Er zijn meer dan 5000
mensen ondervraagd.
3.
Het onderzoek is vervolgens verder gegaan met die 9
% mannen die opgeeft alleen gericht te
zijn op het eigen geslacht. En bekeken is in hoever
re ze in sportactiviteiten verschillen van
heteroseksuele mannen.
Dit deel van het onderzoek betrof bijna 300 homosek
suele mannen.
Op factoren als leeftijd, opleiding en welstand war
en er geen significante verschillen tussen
homoseksuele en heteroseksuele mannen.
Bij de sportactiviteiten die men vroeger deed waren
die er wel:
-
Op de vraag of men vroeger in clubverband bepaalde
teamsporten heeft gedaan (dus in
het verleden) zien we geen significante verschillen
bij hockey of volleybal (na voetbal de
twee grootste teamsporten in Nederland). Maar wel
zien we een heel groot verschil bij
voetbal. Van de heteromannen zegt 47% ooit in club
verband te hebben gevoetbald, bij
de homomannen is dat 15%.
-
Als we de sporten voetbal, hockey, volleybal, korfb
al, atletiek, turnen, tennis en
tafeltennis bij elkaar tellen (dat is geen compleet
overzicht van alle sporten) valt op dat
55% van de homoseksuele mannen aangeven dat niet in
clubverband gedaan te hebben
en bij de heteroseksuele mannen is dat maar 31%.
Nog groter zijn de verschillen als gevraagd wordt
welke sportactiviteiten in clubverband
men nu doet:
-
Van de serie sporten die hierboven staat vermeld ge
eft 97% van de homoseksuele
mannen op dat niet (meer) in clubverband te doen. B
ij heteroseksuele mannen is dat
85%.
-
Bij de afzonderlijke sporten is het aantal beoefena
ren nu te klein om op de verschillen in
te kunnen gaan (daar zou een grotere steekproef voo
r nodig zijn), behoudens bij voetbal.
En daar zien we dat van de heteroseksuele mannen 7%
opgeeft op dit moment in
clubverband te voetballen. Bij de homoseksuele mann
en is dat minder dan 1%. (De
verhouding is 1 staat tot 8).
-
Ten slotte is over 3 (sport)activiteiten (die doorg
aans niet in clubverband plaatsvinden)
gevraagd of men die nu met enige regelmaat beoefent
. Dat betreft hardlopen/joggen,
zwemmen en fitness. Daarvan zegt van de hetero’s 5
8% dat ze daar niet aan doen en
van de homo’s 48%. Hardlopen/joggen wordt signific
ant vaker door hetero’s gedaan
(23% van de homo’s tegen 18% van de hetero’s), zwem
men significant meer door
homo’s (20% tegen 14%). En fitness wordt beduidend
meer door homo’s dan door
hetero’s gedaan (35% tegen 24%).
Concluderend kan gesteld worden dat er duidelijke
verschillen zijn in de sportactiviteiten die homo’s
en hetero’s kiezen. Het aandeel dat nu actief is m
et sportactiviteiten verschilt tussen beide groepen
weinig, maar men maakt wel significant andere keuze
s. Fitness en zwemmen wordt door homo’s
duidelijk meer gedaan dan hardlopen/joggen en team
sporten (met name voetbal).
En ook vroeger waren er duidelijke verschillen, met
voetbal als meest nadrukkelijke (mede ook
omdat van de Nederlandse mannen bijna de helft ooit
op een voetbalclub heeft gezeten).
Als dan het sommetje wordt gemaakt over het aandeel
voetballers dat homo is dan kan dus absoluut
niet gezegd worden “9% van de Nederlandse man is ho
mo, dus 9% van de voetballers is homo”.
Er kan geschat worden dat op dit moment tussen de 1
en 1.5% van de manlijke voetballers in
clubverband homo is. Dat is dus tussen 1 op de 67
en 1 op de 100.
Onderzoek naar aanleiding van discussies over homo’
s in de voetbalwereld.
1.
Via Peil.nl zijn wel eerder vragen gesteld over se
ksuele geaardheid en is vastgesteld dat 9%
van de mannen boven de 18 jaar aangeeft homo te zij
n. Bij vrouwen geeft 2% op lesbisch te
zijn. Gericht op beide geslachten is bij de mannen
5% en bij de vrouwen 7%.
2.
Naar aanleiding van de discussies over homo’s en vo
etballen zijn in juli 2012 een aantal
vragen gesteld via Peil.nl over het sporten nu en i
n het verleden. Er zijn meer dan 5000
mensen ondervraagd.
3.
Het onderzoek is vervolgens verder gegaan met die 9
% mannen die opgeeft alleen gericht te
zijn op het eigen geslacht. En bekeken is in hoever
re ze in sportactiviteiten verschillen van
heteroseksuele mannen.
Dit deel van het onderzoek betrof bijna 300 homosek
suele mannen.
Op factoren als leeftijd, opleiding en welstand war
en er geen significante verschillen tussen
homoseksuele en heteroseksuele mannen.
Bij de sportactiviteiten die men vroeger deed waren
die er wel:
-
Op de vraag of men vroeger in clubverband bepaalde
teamsporten heeft gedaan (dus in
het verleden) zien we geen significante verschillen
bij hockey of volleybal (na voetbal de
twee grootste teamsporten in Nederland). Maar wel
zien we een heel groot verschil bij
voetbal. Van de heteromannen zegt 47% ooit in club
verband te hebben gevoetbald, bij
de homomannen is dat 15%.
-
Als we de sporten voetbal, hockey, volleybal, korfb
al, atletiek, turnen, tennis en
tafeltennis bij elkaar tellen (dat is geen compleet
overzicht van alle sporten) valt op dat
55% van de homoseksuele mannen aangeven dat niet in
clubverband gedaan te hebben
en bij de heteroseksuele mannen is dat maar 31%.
Nog groter zijn de verschillen als gevraagd wordt
welke sportactiviteiten in clubverband
men nu doet:
-
Van de serie sporten die hierboven staat vermeld ge
eft 97% van de homoseksuele
mannen op dat niet (meer) in clubverband te doen. B
ij heteroseksuele mannen is dat
85%.
-
Bij de afzonderlijke sporten is het aantal beoefena
ren nu te klein om op de verschillen in
te kunnen gaan (daar zou een grotere steekproef voo
r nodig zijn), behoudens bij voetbal.
En daar zien we dat van de heteroseksuele mannen 7%
opgeeft op dit moment in
clubverband te voetballen. Bij de homoseksuele mann
en is dat minder dan 1%. (De
verhouding is 1 staat tot 8).
-
Ten slotte is over 3 (sport)activiteiten (die doorg
aans niet in clubverband plaatsvinden)
gevraagd of men die nu met enige regelmaat beoefent
. Dat betreft hardlopen/joggen,
zwemmen en fitness. Daarvan zegt van de hetero’s 5
8% dat ze daar niet aan doen en
van de homo’s 48%. Hardlopen/joggen wordt signific
ant vaker door hetero’s gedaan
(23% van de homo’s tegen 18% van de hetero’s), zwem
men significant meer door
homo’s (20% tegen 14%). En fitness wordt beduidend
meer door homo’s dan door
hetero’s gedaan (35% tegen 24%).
Concluderend kan gesteld worden dat er duidelijke
verschillen zijn in de sportactiviteiten die homo’s
en hetero’s kiezen. Het aandeel dat nu actief is m
et sportactiviteiten verschilt tussen beide groepen
weinig, maar men maakt wel significant andere keuze
s. Fitness en zwemmen wordt door homo’s
duidelijk meer gedaan dan hardlopen/joggen en team
sporten (met name voetbal).
En ook vroeger waren er duidelijke verschillen, met
voetbal als meest nadrukkelijke (mede ook
omdat van de Nederlandse mannen bijna de helft ooit
op een voetbalclub heeft gezeten).
Als dan het sommetje wordt gemaakt over het aandeel
voetballers dat homo is dan kan dus absoluut
niet gezegd worden “9% van de Nederlandse man is ho
mo, dus 9% van de voetballers is homo”.
Er kan geschat worden dat op dit moment tussen de 1
en 1.5% van de manlijke voetballers in
clubverband homo is. Dat is dus tussen 1 op de 67
en 1 op de 100.