De cultuurmalaise

Feb 04, 2009 14:27

De laatste weken waait er veel stof op in het culturele landschap.(*) Althans, dat wil het culturele landschap graag geloven. In feite maalt niemand erom. Behalve 'het culturele landschap' zelf, natuurlijk. Als men tenminste dat zou willen inzien, dan zou men tezelfdertijd zien waar het knelt.
(Ik schrijf mijn analyse neer in enkele relatief korte punten, nauwelijks beargumenteerd. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat deze niet beargumenteerd kunnen worden. Dat wil wel zeggen dat ze volgens mij enigszins voor de hand liggen en dat een welwillende, intellectueel eerlijke lezer eenvoudig zelf de pro's en contra's aan deze punten kan bedenken.)

1. Het 'culturele landschap' (****)  is de facto een onafhankelijk landschap geworden, los van de brede maatschappelijke basis die altijd de basis van cultuur uitmaakt.

2. Datzelfde culturele landschap heeft een eerder avantgardistische mainstream ontwikkeld, gefocust op voortdurende vernieuwing en experiment, die het zelf als zijn core business beschouwt. Net daarom kan er nauwelijks nog sprake zijn van avantgarde, vernieuwing of experiment.  Die worden namelijk structureel gerecupereerd in het centrum van het bestaande systeem.

3. Aldus lijkt het een verworven recht dat artiesten een erg grote vrijheid hebben in het maken van hun werk; dat ze een uitdrukkelijk persoonlijke stempel kunnen drukken op hun kunst. Die kunst is bijgevolg dermate op de kunstenaar afgestemd dat het quasi onmogelijk wordt er objectieve maatstaven op toe te passen of objectieve kritiek op te geven. Evenmin lijkt in de culturele sector daar de nood nog toe te bestaan.

4. Daardoor vielen nu al een hele tijd alle grenzen aan kunst weg. Veel kunst zoekt in reactie daarop - bewust of onbewust - expliciet een houvast in het vertolken van filosofische, sociologische, antropologische, ..., zelfs wetenschappelijk ideeën of - misschien nog wel vaker - in een denkoefening, een onderzoek of een statement over kunst zelf. Zaken die allesbehalve essentieel zijn aan kunst en die mijns inziens wijzen op de onkunde van kunstenaars om zich nog tot hun eigen vakgebied te verhouden.

Conclusie
Kunst, zeker de podiumkunsten, en daarmee ook het culturele landschap hebben dringend nood aan een bezinning over en een herdefiniëring van zichzelf. Die herdenking moet voorzichtig gebeuren, mag de vernieuwing en het experiment niet volledig weer naar de marginaliteit dringen maar wel weer naar de marge.
Idealiter bezint elke artiest, elk gezelschap, elk huis zich zelf over de plaats die hij inneemt en zou moeten innemen. Op die manier moeten publiek, media noch overheid het doen.

Een volgens mij zinvolle richtlijn daarin kan zijn: kunst weer meer als een ambacht gaan beschouwen dan louter als een vrije individuele expressie. Zodoende reikt de verantwoordelijkheid van de kunstenaar weer verder dan zichzelf.

(*) In eerste instantie was er debat over subsidiëring, democratisering en participatie naar aanleiding van de oprichting van het Publiekstoneel(**) en de - misschien inderdaad wel buitenissige - subsidiëring ervan. En zonet kreeg ik de hoogdringende petitie in mijn internautische postbus over de malaise in cultuurberichtgeving in kwaliteitsmedia.(***)

(**) Dat kadert dan weer in een debat over repertoiretoneel. Blijkbaar is het voor de vrijgevochten kunstenaar bijzonder moeilijk te begrijpen wat er bedoeld wordt met 'Shakespeare spelen zoals die het bedoeld had'. Uiteraard zijn daar allerlei moeilijkheden aan verbonden, maar het getuigt simpelweg van slechte wil niet te willen begrijpen dat daarmee bedoeld wordt een stuk van Shakespeare slechts licht bewerkt en op vrij klassieke manier op het podium te brengen.
Of dat zinvol is, is dan nog een heel andere discussie, al vind ik het eenvoudig te verdedigen dat dat wel degelijk zo is. En evenzo is het eenvoudig verdedigbaar dat hedendaagse bewerkingen hun waarde kunnen hebben. We zouden ze simpelweg allebei moeten hebben.

(***) Los van het feit dat de algemene berichtgeving in de media - eveneens in het algemeen - zwaar te wensen overlaat, en er ook wel iets gebrekkigs is aan de cultuurberichtgeving, geloof ik dat de oplossing er deels in bestaat het culturele veld te herdenken en te hertekenen. Als het kan vanuit het culturele veld zelf, als het niet kan misschien maar vanuit de overheid. (In geen geval overhaast, natuurlijk.) Als dat weer aansluit bij het brede culturele veld, onze maatschappij, dan zal de berichtgeving zich daar heus rekenschap van geven.

(****) Ruwweg bedoel ik dàt cultruele landschap of veld dat gesubsidieerd wordt of om subsidies dingt, tegenover het commerciële circuit.

theaterwetenschappen

Previous post Next post
Up