Jul 01, 2010 20:19
Ik werd vanmorgen dus wakker met een hoog, irritant en aanhoudend gepiep in mijn oren. En nee, het was m'n wekker niet, het was een vogel. Buiten. Die onophoudelijk op dezelfde hoge toon bleef piepen. Uiteindelijk ergerde ik me er zo aan, dat ik het bed maar uitgestampt ben. Mijn moeder lachte me alleen maar uit. Maar later op de dag kwam ze naar me toe; zij had de vogel ook gehoord en het was inderdaad een heel irritant gepiep.
Vervolgens kwam ze nu net na het eten weer naar me toe: hij zat er nóg, en hij piepte nog stééds, op steeds dezelfde toonhoogte. On-op-hou-de-lijk. Ze opperde dat het misschien een jonkie was, die hier in de buurt zat. Dus wij op speurtocht naar de vogel! gekeken in de klimop, maar daar zat hij niet. Een meesje ontdekt in de lijsterbes, was die het dan? Nee, dat leek er ook niet op. Hij was met een hoop dingen bezig maar niet echt met piepen, die mees. Dus ik toch maar de tuin in, om tot de conclusie te komen dat het geluid toch echt uit de berkeboom kwam. Hoofd in de nek gelegd en jawel, daar zag ik een vogeltje zitten dat wel eens de boosdoener kon zijn. Weer op naar het balkon, verrekijker mee, en ja hoor, daar zat het scharminkel, nog steeds te piepen, en ik zag zijn keeltje bewegen, de vervoering in zijn kleine oogjes, de overgave waarmee hij zijn gebrek aan zang liet horen.
Het leek me zo op het eerste gezicht een groenling, maar hij zat achter een tak, waardoor ik het niet zeker wist. Dus mijn moeder en ik in de vogelgids bladeren, kijken of de (over het algemeen uiterst hilarische) beschrijvingen van vogelgeluiden ons verder konden helpen. En ja hoor, daar zat hij dan, de groenling, met z'n vinkenbekkie en z'n gevorkte staartje, en zijn roep was als we de gids mochten geloven "een snelle, luide triller en een langgerekt, nasaal 'tsjwieeh'".
Oh ja hoor, dat is hem dus! Met z'n langgerekte, nasale tsjwieeh. Ze hebben er alleen niet bij gezet dat hij het met het ritme en de regelmaat van een wekker doet, en dat de hele dag lang. We hebben nog niet gevonden hoe we 'm uit moeten zetten, de groenling. Misschien toch maar iets naar z'n hoofd gooien, want het gaat toch nergens over dat hij de hele dag in dezelfde boom zit te piepen. Alsof hij niets beters te doen heeft. "Algemene broedvogel en doortrekker", zegt de vogelgids tegen ons. Hup, doortrekken, eikel!