Luister dit:
https://open.spotify.com/track/0LUjlWjQtsHgbUFdBYRwXw Leida staat met haar handen op de leuning van het bordes uit te kijken over het water. Ze wil eigenlijk haar klarinet halen, binnen, maar ze kan het niet. Ze kan die grote, mooie, pijnlijke ogen even niet aan. De Bijbel in haar handen brandt van de bloemen die ze erin heeft gestopt om te drogen. Leida weet dat ze dat niet had moeten doen, dat ze ze weg moet gooien, dat het beter zou zijn, maar ook dat kan ze niet.
Het is beter zo, oprecht beter zo, maar ze kan de pijn in haar hart nog niet los laten. Soms denkt ze dat ze er door zal worden verzwolgen. Achter zich hoort ze opeens de piano, maar na twee noten weet ze al, het is gelukkig Wijna… ‘Hij’ is het gelukkig niet.
Hij, die haar wel zag staan. Hij, die haar voor het eerst in haar leven het gevoel gaf dat dat ze niet alleen oud zou hoeven worden. Dat er een fijn, prachtig, liefdevol leven zou kunnen zijn. Tot ze zich realiseerde dat hij een Fries was, en dus protestants. En zij katholiek. En dat het dus nooit iets zou kunnen worden, tenzij hij… Maar dat wil hij niet. Dus het is beter zo.
Het is als een wond waar ze niet van af kan blijven. Ze haalt zijn brief uit haar tas, om hem te lezen, voor de zoveelste keer. Sommige dingen zijn zo toevallig, dat ze geen toeval kunnen zijn. Maar ze weet niet wat ze de Heer heeft aangedaan om dit te verdienen. Dat hij de brief schreef terwijl ze buiten op het bordes klarinet zat te spelen. Felix had haar net verteld dat hij met hem had gesproken en dat het waarschijnlijk nu klaar was. Blijkbaar zat hij precies tijdens haar spel in de rookkamer bij het open raam die brief te schrijven. De muziek was waar ze elkaar echt in konden vinden en nu waar ze elkaar mee verloren. Ze had hem wel zien zitten toen ze een keer naar binnen liep, natuurlijk, maar er verder niets bij gedacht. Inmiddels is zijn verslagen houding toen, het beeld wat ze elke keer ziet als ze haar ogen sluit.
De brief zou Leida pas later die avond bereiken, via Felix, natuurlijk. De brief vol inktvlekken en met een dusdanig bibberend handschrift, dat ze bijna zou zeggen dat het niet van hem kon zijn. Maar dat was hij wel. Een brief waarin hij duidelijk maakte dat hij zich nog nooit zo over iemand had gevoeld, maar dat hij het begreep en dat het niet… Ze las de brief die eerste keer op de gang van het hotel en natuurlijk, natuurlijk zat precies toen hij achter de piano. Ze kan zich niet zo goed herinneren hoe ze in de foyer belandde. Niet nadenkend over de scene die ze zou maken als ze huilend de foyer binnen zou lopen, of eigenlijk kon het haar vooral niet schelen. Nu achteraf weet ze nog steeds niet wat haar overkwam dat ze zich zo kon laten gaan. Zittend in diezelfde deuropening waar ze eerder die week al eens naar zijn spel had zitten luisteren, toen gevuld van geluk, nu leeg van binnen. Gelukkig duurde het lang voordat hij haar zag, zo diep zat hij in zijn spel, maar toen hij haar zag, toen hij het begreep… ze kon het horen. Hij bleef spelen, en ze kon horen wat hij dacht, alsof hij was opgestaan en naar haar toe was gelopen. Hij bleef spelen voor haar. Toen de laatste noten eindelijk weggestorven waren, deed hij de klep dicht en stond op. Zijn spel niet het enige wat hij afsloot. Hij liep naar de mannen in de hoek en liet haar alleen achter. Het was beter zo.
Toeval is soms zo toevallig dat het geen toeval kan zijn. Natuurlijk vond ze Thomas als eerste. Thomas, die waarschijnlijk de enige was die haar op dat moment echt zou begrijpen. Hoeveel pijn het deed. Hij begreep het te goed. Gaf Leida de hoop waar ze zich als drenkeling aan vast kon houden, dat het misschien toch kon zijn. Of dat ze hem tenminste nog een keer zou kunnen spreken. Thomas, die hem onder valse voorwendselen bij haar op wist te sluiten in de rookkamer. Met zijn tweeën in een kamer, met een gesloten deur.
Van het gesprek kan ze zich weinig meer herinneren, buiten dat ze hem net zoveel pijn had gedaan als hij haar, door er niet direct met hem over te spreken, niet een manier te vinden om het hem zelf duidelijk te maken. Ze had het niet gedurfd. Maar wat Thomas ook mocht denken, beide wisten ze dat het beter was zo. Hij had haar hand gevraagd en natuurlijk had ze die gegeven. Maar dat hij hem zou kussen, werkelijk zou kussen, dat… Het blijft zich maar afspelen in haar hoofd. Hoe zijn hand op tafel lag en zij de hare erin legde. Hoe hij hem naar zijn lippen bracht, en aarzelde. Die grote, mooie ogen vol pijn. Hoe hij daarna wegliep. Hij gaat iemand ooit heel, heel gelukkig maken. Het geluid van de deur die dichtging galmde door de kamer en brak haar. Hartverscheurend, nu begrijpt ze pas waarom het zo heet.
Ook nu ze eraan terug denkt, rollen de tranen weer over haar wangen. Inmiddels is het meer weemoed dat verlangen. Het is beter zo. Ondanks dat zijn ogen haar net zo goed nog steeds volgen als zij hem, het is beter zo. Met dat laatste pianostuk van gisteren en de dronken domino die daarop volgde, het is beter zo. Het zal wel over gaan.
Achter zich hoort ze voetstappen op het bordes. Toeval is soms zo toevallig dat het geen toeval kan zijn. De heer Engel. Die duidelijk maakte dat wat zijn vader ook mocht vinden, het vooruitzicht van katholiek worden hem niet tegen staat. Die haar duidelijk maakte dat hij haar mocht, graag met haar samen wilde leven en haar wilde laten leven zoals alleen zij dat samen zouden kunnen. Die daad bij woord voegde en zorgde dat ze naar het eiland kon. Aan wie ze zich nu als een soort van drenkeling vastklampte. Ze weet dat ze nooit zo van hem zal houden en ze weet dat hij dat ook weet. Leida vermoed dat ze nog voor ze van dit vervloekte eiland af zullen zijn, verloofd zijn.
En het is beter zo.