Hallo allemaal :3
Jup, zoals jullie hier boven zien probeer ik het dit jaar nog een keer, ik ga A Christmas Carol hervertellen.
En dit jaar gaat het me nog lukken ook, want ik heb het allemaal eigenlijk al klaar staan, dus ja, vandaag post ik de eerste helft, maar *tromgeroffel* morgen post ik ook echt de tweede helft! :D
Voor de liefhebbers heb ik hem ook in
powerpoint, en dan wens ik jullie een hele fijne kerst en zie ik jullie morgen weer :3
‘Hallo allemaal, ik kom jullie een verhaal vertellen.’ Je kijkt gedesoriënteerd om je heen. Je bent plots in Elora’s kamer terecht gekomen, en ze zit op haar bed. Ze glimlacht vriendelijk, en lijkt je verwarring verkeerd te begrijpen.‘Weet je nog, A Christmas Carol, hetzelfde verhaal dat ik vorig jaar probeerde te vertellen alleen dit jaar is het me succesvol aan het lukken?’
Je knikt maar. Ze lijkt hier tevreden mee.
Elora staat op van haar bed en leid je naar een groot gat in de muur.‘W-waarom zit er een gat je slaapkamer?’ aarzel je, niet zeker wetend of je het antwoord wel wilt weten.
‘Sssh. Dat is voor mooie filmische overgangen.’
Je volgt haar door het gat, en plots slaat er een koude wind tegen je armen aan. Je rilt. Het sneeuwt hard op het plein waar je op aangekomen bent en je was hier niet op voorbereid. Wanhopig denk je aan je warme kamer, maar je wilt Elora toch ook weer niet teleurstellen, want ze lijkt hier toch zo enthousiast over.
‘Ben je er klaar voor?’ roept ze vrolijk uit.
Je knikt.
Het was de dag voor kerst. Het was hard aan het sneeuwen in het dorp. In het midden van het plein werd geschaatst, onder een reusachtige kerstboom. Stelletjes maakten er uitgebreid gebruik van, ook al werden ze hierdoor meestal bekogeld met sneeuwballen. De straten waren sowieso niet veilig van sneeuwballen, want overal renden kinderen rond.
Maar dit pleintje is niet waar ons verhaal begon. In tegendeel, het was helemaal niet interessant voor dit verhaal, alleen maar om een sfeer te krijgen. Een gebouw dat wel belangrijker was, vonden we aan de zijkant van het plein. Scrooge & Marley Huizenverhuur. Nou ja, op het bord staat nog Scrooge & Marley, maar eigenlijk is het alleen Scrooge. Marley is een paar jaar geleden overleden. Scrooge heeft het daarna nooit waard gevonden om een nieuw bord te laten maken.
In het kleine gebouwtje vonden we Bo Cratchett, die haastig een blokje hout in de kachel aan het gooien was. Haastig, omdat Scrooge het hout te duur vond om elke dag te gebruiken. Maar het was toch zo koud, en hij was er nu even niet. Wat niet weet, wat niet deert.
‘Bo!’
Aan de andere kant, de meeste mensen vinden het niet fijn als ze zoiets niet weten.
Bo kwam snel overeind en klapte het deurtje van de kachel dicht. Zo had ze stiekem toch nog het blok hout in de kachel gegooid.
‘Je heb gister nog een blok verspild, je weet dat dat de laatste keer voor kerst was, dat heb je zelf toegegeven. Laat ik dit niet nog een keer zien Cratchett, of ik trek het van je loon af.’ snauwde Scrooge.‘Ja, meneer.’
Net nadat ze waren gaan zitten, vloog de deur open. Fred, de neef van Scrooge kwam binnen zwaaien.
‘Hallo oom!’ riep hij enthousiast uit. ‘Fijne feestdagen!’
‘Bah, humbug.’ Scrooge wapperde afwezig de kerstkrans die hem aangeboden werd weg. ‘Wat doe je hier?’
Fred hield de kerstkrans bij nader inzien maar voor zichzelf. ‘Ik wilde weten of je op het feestje van vanavond komt, met een stel vrienden, dat we elk jaar doen, weetje wel. Ellis dacht van niet, maar ik wilde er toch zeker van zijn.’
‘Dat dacht Ellis dan goed. Dag, Fred.’
Fred, die nu al een paar jaar wist dat het antwoord nee zou zijn, probeerde het maar niet langer. Hij liep de deur uit, en hing de kerstkrans met uitnodiging om de deurknop. Misschien zou hij dit keer toch van gedachten veranderen.
Er hoefde nog maar een paar uur gewerkt te worden, maar het leek veel langer te duren. Zodra de tijd voorbij was, stopte Bo haar spullen in het kastje naast haar bureau.
‘Ehm.’ aarzelde ze.
Scrooge keek op van zijn werk.
‘Eh, weet u, het is morgen kerst.’
‘Dat weet ik heel goed,’ mopperde Scrooge. ‘Je kunt er moeilijk omheen hè? Een keer in het jaar verwacht iedereen dat je goed bent en doneert aan de armen.’ Hij lachte schamper. ‘De armenwet zou toch genoeg moeten zijn? Zijn er geen weeshuizen, vraag je dan, zijn er geen tehuizen waar ze heen kunnen? En als ze liever willen sterven dan daar heen te gaan, laat ze dat dan maar doen, dat scheelt ook voor de overbevolking. Dan ineens word het stil, hè? Ik heb het wel door, ze houden het gewoon voor zichzelf. Nou, mij krijgen ze niet.’
‘Uh, mooi zo, meneer.’ Bo stond op. ‘Maar wat ik bedoelde was dat het gebruikelijk is dat mensen vrij krijgen met kerst, en ik zou zo graag kerst met de familie vieren.’
‘Bah, humbug. Nog een manier om geld uit je zak te stelen.’ Even was het stil. Toen haalde Scrooge zijn schouders op. ‘Goed, er zal toch geen klant zijn. Zo lang je maar een uur eerder komt de dag daarna.’
Scrooge stapte voorzichtig de trappen naar zijn voordeur op. Verdomde sneeuw ook. Het gaf meer ongelukken dan dat iemand er iets aan had.Hij stak zijn sleutel in het slot, toen hem plots iets opviel. De klopper, er was iets mis aan de klopper. Hij boog naar voren om het van dichterbij te bekijken. Een hoofd schoot naar voren. Die van zijn overleden partner, Marley.Geschrokken sprong Scrooge achteruit. Het gezicht verdween onmiddellijk.
Snel stapte Scrooge naar binnen. De deur deed hij achter zich in het slot. Hij wist dat het niet kon, hij had Marley zelf begraven zien worden.
En toch…
Na een snelle maaltijd trok Scrooge zijn pyjama aan en ging hij bij de openhaard zitten. Hij staarde naar het vuur. Het knapperde vrolijk heen en weer. Af en toe vloog er een vonkje vanaf.Scrooge voelde zich nog steeds niet helemaal op zijn gemak. Hij was echt enorm geschrokken van de plotse verschijning van zijn overleden vriend, en ook in deze kamer voelde hij zich nog niet veilig.Het vuur flakkerde uit.
De kamer werd onnatuurlijk snel koud. Scrooge rilde. Een wind blies achter hem langs.
Hij keek om, maar er was niets te zien.
‘SCROOGE!’
Geschrokken keek Scrooge opzij. Daar zag hij zijn partner weer. Dit keer nog veel realistischer dan de vorige keer.
De geest bewoog om hem heen. ‘Herken je me niet meer, Scrooge? Marley, je eigen partner, en voor hem ben je bang?’
Hij lachte. ‘Goed dan, ik geef je gelijk. Weet je nog die keer dat we de wezen uit het tehuis zetten omdat ze de huur niet meer konden betalen.’
Scrooge knikte ongemakkelijk.
Kettingen rinkelden.
‘Dat is mijn straf, Scrooge. Voor eeuwig draag ik zware ketenen mee. Een schakel voor elke slechte daad die ik ooit gepleegd heb. En ik durf te wedden dat die van jou nog veel zwaarder zijn. Je moet veranderen! Zorg dat dit jou niet gebeurt.’
‘Onzin,’ mompelde Scrooge. ‘Je bent een geest, je bestaat niet. Ik heb vast gewoon iets verkeerds gegeten.’
‘ZIE IK ERUIT ALSOF IK FANTASIE BEN?!’ schreeuwde de geest. ‘Kijk naar me Scrooge, kijk me recht in mijn ogen aan, en geef toe dat dit niet is wat jij wilt worden! Je krijgt nog één kans: vannacht. Om het uur stuur ik een geest om je te overtuigen. VERANDER!’
Scrooge durfde tussen zijn vingers door te kijken. Marley was verdwenen.
De haard sprong weer aan. Scrooge blies zijn handen warm.
Onzin, het was allemaal onzin, hij had het zichzelf verbeeld. Hij zou gewoon gaan slapen, en morgen was het allemaal weer vergeten.
Hij stond op uit zijn stoel, een voor een seconde durfde hij te zweren dat hij zware kettingen hem naar beneden voelde trekken. Maar nee, dat kon niet, dat zou het niet zijn.
Na veel gedraai kwam Scrooge uiteindelijk in slaap. Helaas kreeg hij niet lang de tijd om daar van te genieten.
Om één uur precies werd Scrooge langzaam wakker. Het was weer koud in de kamer, maar de haard was dan ook uit. Koude wind streek langs zijn haren.
Voorzichtig deed hij zijn ogen open.
‘Hallo Scrooge,’ zei een vriendelijke stem. ‘Ik ben de geest van kerstmis in het verleden.’
Scrooge krabbelde overeind. De geest was die van een vrouw. Hij herkende haar niet, maar hij was even drukker bezig met het feit dat er een geest in zijn kamer stond.
De geest stak haar hand uit. ‘Kom, ik laat je een paar kerstdagen zien die je hebt meegemaakt.’
Voorzichtig pakte Scrooge haar hand. Het werd zwart.
Een paar seconden later stond hij in een lokaal. ‘Mijn oude kostschool!’ riep Scrooge uit.
Hij keek scherper naar de mensen in het lokaal. ‘B-ben ik dat?’
De geest knikte. ‘Jaren geleden, eerste kerstdag. Je vader liet je op school achter met kerst.’
Scrooge negeerde de laatste uitspraak en liep dichterbij. ‘En dat is mijn oude leraar! Ik heb zo veel van hem geleerd, dankzij hem was ik klaar voor werk later. Hij is altijd een rolmodel voor me geweest. Goed, op dat moment wist ik dat dan wel niet, maar later…’
Hij keek tevreden opzij naar de geest. ‘Ik weet niet hoe dit me zou beïnvloeden, maar ik zou zo zeker nog een kerst willen zien.’
De geest knikte.
De volgende herinnering was buiten, in een park aan de rand van het bos. Er lag een dik pak sneeuw, maar gek genoeg had Scrooge het niet echt koud. Op een bankje zat een vrouw.
‘Belle,’ mompelde Scrooge. ‘Ik ontmoette haar op het werk, jaren later. Ze was er altijd voor me.’
Dit keer praatte de herinnering.
Een jongere Scrooge kwam naar het bankje toe lopen. ‘Belle?’
Belle keek op en sprong overeind. ‘Ebenezer! Oh godzijdank, ik begon al bang te worden dat je niet meer zou komen. Gaat het wel?’
Scrooge haalde zijn schouders op. ‘Zo goed als het kan onder de omstandigheden. De begrafenis is morgen.’
‘Is er niemand die je helpt het te regelen?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Wie zou er helpen, niemand anders gaf om haar. Vader dood, moeder dood. Nee, ik moet het zelf doen.’
Hij zag de bezorgde blik op haar gezicht en glimlachte. ‘Kom, laten we daar nu niet over nadenken, we krijgen haar er niet mee terug.’
‘Ik zal mee gaan,’ besloot Belle.
‘Belle, je hoeft echt niet mee, het komt wel goed, het is allemaal geregeld en na morgen is het weer voorbij.’
‘Ze was je zus!’
Scrooge glimlachte nogmaals. ‘Dankje.’
‘De begrafenis van mijn zus.’ zei Scrooge. ‘Ze kwam ook. We verloofden een paar weken later.’
De geest knikte. ‘De volgende kerst gaat ook over haar.’
Zodra ze er waren wist Scrooge over welke kerst de geest gesproken had.
‘Toe geest, niet deze kerst. Als je ook maar een greintje goedheid in je hart hebt, laat me dit dan niet herbeleven. Ik heb genoeg, ik begrijp het, ik moet goed doen.’
De geest schudde haar hoofd. ‘Maar voor hoe lang doe je dat dan?’
‘Kijk naar haar en begrijp haar dit keer.’
De deur van het kantoor vloog open en Belle kwam binnen. Ze zag er niet goed uit. Haar ogen waren moe en ze had een paar koffers bij zich.
‘Ebenezer?’
Scrooge kromp ineen. Hij wist wat er ging gebeuren en hij wilde het niet zien.
De jongere Scrooge keek op van zijn werk. ‘Belle, wat doe jij hier?’
‘Wat doe ík hier? Ebenezer, het is kerst! Kom je niet mee naar huis? En denk héél goed na voor je daar antwoord op geeft.’
Ze haalde de ring van haar vinger af en draaide hem tussen duim en wijsvinger. ‘Nou?’
‘Maar Belle, het is druk rond kerst, ik kan niet zo maar naar huis gaan.’
‘Het is altijd werk bij jou, ik ben het zat. Nooit ben je eens thuis.’
Scrooge keek weg. De ring klingelde over het bureau. De deur vloog in het slot dicht.
‘Toe, geest, neem me mee naar huis.’
.