Tandenpoetsen is een ernstige zaak

Oct 14, 2007 20:50

Tandpasta is voor mij een euvel dat iedere dag opnieuw de grenzen van mijn tolerantie opzoekt, breedgrijnzend overschrijdt, en mij vervolgens schuimbekkend uitlacht. En dat alles net voor bedtijd.


Elk etmaal, rond middernacht, veins ik de determinatie mijn 'mondgezondheid' in optimale conditie te houden en werp ik een kritische blik op het assortiment tandpasta's dat het spiegelkastje boven de wastafel rijk is.
Tandenpoetsen is een ernstige zaak en vergt een serieuze aanpak, ook als het gaat om het kiezen van de juiste tandpasta.

Prodent, voor een oogverblindende glimlach?
Sensodyne, om mijn sensitieve gebit tandsteenvrij mee te houden?
Parodontax, om lief te zijn voor mijn tandvlees en eens geen smerige mintsmaak in mijn mond te hebben?
... Toch maar Prodent, want ik dacht toch dat ik de laatste tijd veel stof tot grijnzen had.

Electrisch of bio-energetisch?
... Bio-energetisch, omdat ik vandaag niet in de stemming ben voor trillende neusvleugels.
Hallo, Gewone Hand-Tandenborstel. Hora est.

Met de benodigde gereedschappen in de hand draai ik de hete kraan open. In een geoliede beweging schroef ik dan de dop van de Prodenttube en breng ik een kleine hoeveelheid tandpasta aan op de G.H.T., waarna ik de tube weer goed afsluit en terugzet in het spiegelkastje. Dan haal ik de G.H.T. even onder de intussen lauwgeworden straal water door en draai ik de kraan iets dicht.


Met een frons die mijn vrees en twijfel moet verbergen en met mijn verstand op nul steek ik de bio-energetische borstel in mijn mond en begin ik gewerktuigelijk doch gedreven te poetsen; linksbuiten, voor-boven, rechtsbuiten, rechts-kiesoppervlak, rechtsbinnen, voor-onder, et cetera. Met mijn tong voel ik tussendoor of ik geen wollig-aanvoelende oppervlaktes heb achtergelaten, want mijn missie dient wel zo zorgvuldig mogelijk volbracht te worden -- anders heb ik naderhand de misère voor niets.

En als ik er zeker van ben dat ik alle hoeken en bochten gehad heb, moet het rondje nog eens van voren af aan: linksbuiten, voor-boven, rechtsbuiten, rechts-kiesoppervlak, rechtsbinnen...

Eén klodder mentol-wasemende pasta heeft de kracht en de macht voor mij het dagelijkse tandenpoetsritueel, dat voor de meeste mensen niet meer dan vijf minuten beslaat, te maken tot een soms urendurende Hel van traanogen, kokhalzen en weeklagen -- tot ik van ellende, met mijn teddybeer stevig in mijn armen geklemd, afgepeigerd in een droomloze slaap stort.

Het is pas in tweede instantie het donkerbruine vermoeden dat mijn tandarts een slagersdiploma op zak heeft wat mij ertoe beweegt toch steeds weer mijzelf het geweld van 'mondverzorging' aan te doen; mijn voornaamste beweegreden tot het steeds weer met tandpasta reinigen mijner tanden is (vreemd genoeg) juist het gevoel van Walging dat deze Substantie bij mij teweegbrengt.

De slijmerige laag die het goedje in mijn keel, ter hoogte van mijn huig, achterlaat en mij tot jankens toe kan laten rochelen als een longpatient brengt mij tot het in totale hulpeloosheid ervaren van een allesomvattend sterfelijkheidsbesef... Meer nog dan de zenuwslopende, bloederige uurtjes in de Stoel bij mijn Slager -- waar halfjaarlijks alsnog mag blijken dat zelfs mijn sleur van poetsen met de Substantie niet genoeg is om mijn gebit van Koffie- en teervlekken te ontdoen.
Terwijl het juist, in dit tranendal van 't dagelijks de tandpasta trotseren, Koffie en tabak zijn die het leven enigszins draaglijk maken.

( In dat opzicht lijk ik aardig op mijn Oma, die "Koffie en een sigaret zijn mijn enige troost" als lijfspreuk voerde. Zij had, overigens, ook reeds sinds haar twintigste levensjaar een kunstgebit.
Helaas heb ik mijn Oma nooit gevraagd hoe zij tegenover tandpasta stond; ik kan mij echter indenken dat het spul voor haar een groter drama was dan voor mij, aangezien zij maarliefst twee huigen had... Maar dit terzijde. )

De alomtegenwoordige en eeuwige Substantie houdt mij in het gareel door mijn empathische vermogens te vergroten en te verfijnen: om iemand waarachtig medeleven te kunnen betuigen dient men te weten wat lijden is. Dat is het hele eiereten. Ik poets mijn tanden met tandpasta en onderga de slijmerige misère achteraf om een beter Mensch te kunnen worden, om een betere Vriend te kunnen zijn, met een rijker gevoelsleven en meer waardering voor de kleine momenten van teer geluk.

( Geloofsfanatisch? Welnee, ik gelóóf niet in tandpasta, want ik weet dat het spul bestaat.
Sterker nog, ik ben nooit een buurtsuper, hoe klein ook, tegengekomen waar het spul niet verkocht werd. De alomtegenwoordigheid van tandpasta is daarmee even zichtbaar als tastbaar.
En wat de eeuwigheid betreft: op de tube staat geen houdbaarheidsdatum. )

Al met al eet, rook en Koffiedrink ik dat het een lieve lust is, om aan het einde van de dag met een ernstig gemoed de tandpasta de grenzen van mijn tolerantie wederom te laten opzoeken, zodat ik na het mondverzorgingsritueel toch weer een tijd lang traanogend, kokhalzend en weeklagend boven de wastafel hang.

Tot de volgende dag, die altijd weer hoopvol begint met Koffie en tabak...

[10 & 14 oktober 2007]
~

dat geloof ik zo, overpeinzing, tandenpoetsen, schrijfsels

Previous post Next post
Up