Ik voel onbestendige leegte. Ik schuifel wat met mijn voeten en focus mijn oren en ogen uit om de wereld te laten vervagen. Ik verwachtte weer thuis te komen, maar dat was wederom een illusie (NATUURLIJK MANON HOE KON JE OOK ZOIETS DENKEN?). Ik zie te weinig herkenning, ik zie ruimtes waarin ik me niet confortabel kan voelen. Ik droom van grote glazen huizen (zonder tl-licht, dat eeuwige tl-licht), waarin ik naar de wolken kan reiken maar toch confortabel word opgesloten, zonder de oneindige lucht te hoeven overwinnen. Ik ga gelukkig weer, naar Kopenhagen dit keer (in de sfeer van de sinterklaasrijmelarij). Ik wil weer het gevoel hebben dat Amsterdam niet de wereld is. Dat er andere mogelijkheden zijn, andere ruimtes, andere atmosferen (andere mensen). Ontelbare mogelijkheden. De illusie van ontelbare mogelijheden. Want ik blijf in mijzelf gevangen. Daar kan ik niets aan doen. Dus moet ik de omstandigheden maar aanpassen.
Ik wil maken.