(no subject)

[juffrouwkachel]

langzaam liet ik mijn dynamo uit draaien. het was donker. ik zette mijn fiets op zijn standaard. plots hoorde ik een deur opengaan. ik draaide me om en zag dat het de voordeur van mijn huis was. het was mijn onderbuurman die thuis kwam. ik had nog geen kennis met hem gemaakt. ik woon hier nu haast 3 maanden. ik was met het slot van mijn fiets in gevecht. de deur was alweer dicht. door het raampje keek ik naar binnen. mijn onderbuurman bekeek de post die op de trap lag. toen ik de deur opendeed zag ik twee paar benen die de trap opliepen. er lag een stapel reclame en een papiertje van een man die je van al je zorgen zou verlossen op de derde trede. het licht ging uit. er zit een tijdschakelaar op. terwijl mijn vingers op de ronde knop drukte, hoorde ik mijn onderbuurman zijn voordeur openmaken. ik betrad de kale, witte trap. ik ben geboren in het huis waar ik tot 18 oktober woonde. dat huis staat in een woonwijk die wordt bewoond door gezinnen en stellen die allebei een baan hebben. de buren werden vriendelijk gedag gezegd. er werden kerstkaarten door de brievenbus gegooid. als er eten was overgebleven bij een familiefeest van mijn indonesische buurvrouw, kwam ze langs met een grote glimlach. nu ken ik de mensen met wie ik in een en hetzelfde huis woon niet. het is geen vervelend gevoel.
het is anders.
hier in de stad.