Jip en Janneke

Nov 24, 2006 22:02

Een verhaaltje voor het slapen gaan. Opdat we niet te snel oud worden.

*~* *~* *~*

Jan Peter is op bezoek. Hij is bij oma. Oma zit stil in haar stoel. Ze geeft hem zelfs geen snoepje. Er komt niet vaak iemand bij oma. Alleen moeder. En Jan Peter gaat soms mee. Eigenlijk ging hij liever niet. Oma zegt nooit iets fijns. De thee die ze krijgt is koud. De zusters zijn stom. Ze zorgen niet goed voor haar. Soms vergeten ze haar zomaar. Dan kan oma niet naar de wc.
Ik wil nooit oud worden, zegt Jan Peter. Bij oma moet hij stil zijn. Anders worden de andere mensen wakker. Hij denkt aan hoe hij thuis had kunnen spelen. Daar heeft hij een grote boot. De boot is een kleed op de grond. Het ligt in de woonkamer. Jan Peter is de kapiteit. Hoezee, roept hij. Hij kijkt op zijn kompas. Ze zijn al bijna vier jaar onderweg. Goede koers, zegt hij dan tegen Wouter. Maar Wouter is bang dat ze verdrinken.
Gelukkig. Ze mogen naar huis. Oma is moe.
Jan Peter gaat aan de keukentafel zitten. Hij tekent. Eerst een jongetje. Dan een meisje. En dan tekent hij een baby. In een wiegje. Het wordt erg mooi.
Dan komt Wouter binnen. Mag ik meedoen? vraagt hij. Nee, zegt Jan Peter. Het zijn mijn potloden. En dit is mijn vel papier. Jij kunt toch niet goed tekenen.
Wouters lipje begint een beetje te trillen. Uit zijn oog komt een traan. En dan huilt hij opeens heel hard. Zo hard dat Jan Peters moeder het hoort. Wat is er aan de hand? vraagt ze. Ik mag niet meespelen, snikt Wouter. Jawel hoor, zegt moeder. Hier is nog een doos met potloden. Zo, nu hebben jullie ieder je eigen potlood.
Maar hij mag niet op mijn papier, zegt Jan Peter. Ik weet het goed gemaakt, zegt moeder. Ze geeft hun een heel groot vel papier. Er staan allemaal letters op. En hokjes. Vet, zegt Jan Peter. Jottum, zegt Wouter. Samen kleuren ze de hokjes in. Een voor een. O, wat hebben ze een plezier! Wouter kleurt met groen. Jan Peter kleurt met rood. Dan kleurt Wouter met rood. En Jan Peter met groen. Niet krassen, zegt Jan Peter. Je moet netjes in de vakjes kleuren, Wouter. Wouters tong komt uit zijn mond. Zo erg doet hij zijn best.
De jongens kunnen al goed tekenen. Wouter zet een rondje. Jan Peter zet een kruisje. Zo versieren ze alle hokjes. Het zijn net paaseieren. Een kruisje van Jan Peter hier. En een rondje van Wouter daar. Ha, zegt moeder. Jullie spelen boter, kaas en eieren. Wie het eerst drie op een rij heeft, die wint.
Zo doen ze het. Jan Peter wint. Hij is blij. Wouter zet nog snel een rondje. Maar dat telt niet meer. Hoera! roept Jan Peter. Hij steekt zijn tong uit naar Wouter. Dat is wel stout. Ook al heeft hij dan drie op een rij. Wouter krabt hem. Jan Peter schopt terug.
Foei toch, jongens, zegt moeder. Ze heeft het allemaal gezien. Komen jullie maar eens bij mij. Dan praten we met elkaar. En dan worden jullie weer vrienden. Dat doen ze. En zo komt alles goed. Morgen spelen ze weer samen.
Previous post Next post
Up