Op elke morgen dat ik werken moet, word ik tegenwoordig geconfronteerd met wel zéér beknopte preken vol Hel en Verdoemenis.
Zodra ik slaperig de bus uitkukel zie ik een huis op de hoek van de straat, met op de bovenverdieping een slaapkamertje dat voor zover ik heb kunnen zien aan een meisje toebehoort. Maar naar buiten kijken kan ze nauwelijks, want het enige raam in de kamer is sinds een paar maanden pertinent beplakt met telkens weer een andere verontrustende Overdenking, in reuzegrote letters uitgeprint.
Een soort Loesje met godsdienstwaanzin.
Zo hing er een week lang heel cryptisch 'Binnen of buiten?'. Na er een weekend over gepeinsd te hebben las ik de maandag erna in het slaapkamerraam: 'EN ER WAS GEEN TOEGANG MEER VAN BUITEN NAAR BINNEN!'
Slik. Dat soort paranoia is wel andere koek dan de zoetgevooisde, makke onheilsprofetietjes in het periodiekje van de Jehova's dat elke maand trouw in mijn brievenbus wordt gepropt.
Ik besloot vanmorgen maar eens te beginnen met het fotograferen van de leuzen in het raam, al was ik wel een beetje bang toen ik met mijn omhooggestoken telefoon op de stoep aan de overkant stond. Voor je het weet komt er ineens zo'n gillende Piper Laurie uit Carrie met een broodmes en een kruisbeeld over de schutting gesprongen!
Brr. Wordt vervolgd.