May 30, 2010 01:40
Stel je voor. Je loopt in het park gewoon je honden uit te laten. In je oren zitten die vertrouwde Apple oordopjes en de soundtrack van de Kick-Ass film Kick-Ass wordt je oren in gelanceerd. Terwijl je in jezelf loopt te denken hoe graag je zelf een superheld zou willen zijn zie je in de verte een meisje aan komen lopen. Blond. Je kijkt een keer en geeft verder geen aandacht aan haar. Je kijkt hoe je ene hond de struiken in vliegt terwijl de andere bij een boom staat te snuffelen. Ineens voel je een tik op je schouder. “Hey Bas! ”
Je kijkt om en kijkt recht in de ogen van dat blonde meisje. Je hebt geen idee wie ze is. “Dat is lang geleden zeg, hoelang nu? ” Omdat ik geen idee heb wie het meisje is vraag ik haar naam. “Karin Clemens”, tenminste, dat verstond ik. Dit hielp niet echt in mijn epische quest om te ontdekken wie het meisje nu daadwerkelijk was. “Een jaartje of 17? Groep 6?” Snel gaan mijn gedachten terug naar groep 6 op de Zuidwester. Juffrouw Tanja, zwemlessen, de release van de tweede Flippo map. Geen Karin Clemens.
Ineens begint het meisje een heel verhaal tegen je te vertellen over wat ze na die school heeft gedaan. Je voelt de drang om te zeggen “wie de fuck ben jij!?”. Nooit eerder had ik de naam Karin Clemens gehoord. Het meisje kon ik dan ook helemaal niet plaatsen. Maar ze wist wel wie ik was, dat mijn moeder is overleden en dat ik na die school naar Mill-Hill ben gegaan. “Met je beste vriend van toen toch? Mark?”
Ik heb nooit, maar dan ook nooit bij een Karin Clemens in de klas gezeten. Nooit eerder heb ik heel dat meisje gezien. “Haha, ik was toen nog verliefd op jou. Helemaal toen je met Sultan en Rafael enzo dat optreden deed met Carnaval een keer”. Een meisje dat ik nooit ontmoet heb, kent mijn hele leven, mijn vrienden van toen en was ook nog eens verliefd op me? Ik heb er klassenfoto’s op nagekeken of ik niet toevallig Karin gewoon was vergeten. Namen als Verona, Kirsten, Samantha en Desiree komen nog boven drijven als vrouwlijke klasgenoten. Karin niet. Ook op de foto’s staat ze niet. Ze heeft nooit in m’n klas gezeten!
Na tien minuten te staan praten besluit ik dat het genoeg is geweest. “Ik moet er nu wel echt vandoor, ik heb nog zat te doen eigenlijk.” “Oh, oke, misschien spreken we elkaar nog wel eens”. Ik hoop het niet. Engerd!