Zuidwest-Ierland 24-29 maart 2010

Apr 03, 2010 17:52


Vanaf 1 april gaat het zuidwesten van Ierland open voor de toeristen. Ferries gaan varen, je kunt boottochten maken om walvissen te spotten, musea over emigratie binnen stappen. Voor 1 april is dat nog niet mogelijk.


De laatste week voordat alles in werking treedt rond te rijden en lopen op Beara, Kerry en Dingle, geeft het gevoel alsof je net voor dat de zaal opengaat, jij alvast een goed plekje kunt uitzoeken om de show te aanschouwen.

Het is rustig, stil die laatste week van maart. Soms tellen we drie passerende auto’s in een uur. Tijdens onze wandelingen over heuvels en langs kusten komen we slechts één wandelechtpaar tegen.

Een van het erf losgebroken hond houdt ons 45 minuten gezelschap tijdens een wandeling langs de noordkust van Dingle.

Zijn kapotte ketting ratelt achter hem aan als hij over de weg voor ons uit spurt. Hij rent door de weilanden, op jacht naar al dan niet denkbeeldige konijnen. Als we kust naderen, met grote rotsblokken in het zicht, b
esluiten hem te bevrijden van de ijzeren ketting. Of hij zijn boerderij nog kan terugvinden, zullen we nooit weten. Maar hij kan in ieder geval niet klem komen te zitten tussen de rotsen.

Als we Eyeries aan de noordkant van de Beara binnenrijden, lijkt de Bed & Breakfast aan het begin van het dorp gesloten. Dat blijkt niet zo te zijn, na in het postkantoor te hebben geïnformeerd. De postkantoordame belt direct naar de Bed & Breakfast en bevestigt: open. Als we er naar toe rijden, doet de Bed & Breakfast-dame direct de deur open: ‘Jullie zijn die van het postkantoor?’ We zijn de enigen in het huis met vele kamers.

Het dorp heeft sinds kort een restaurant, Aunt May’s. We zijn er langsgereden, maar het bordje ‘closed’ hangt voor de ramen. ‘Dat is vreemd’, zegt de eigenaresse van de Bed & Breakfast. Een paar minuten later komt ze terug. Ze heeft het restaurant gebeld. ‘Ze zijn vergeten het bordje om te draaien.’

Als we een half uur later bij het restaurant binnenstappen, zegt het meisje verantwoordelijk voor de bediening: ‘Jullie zijn van de Bed & Breakfast?’

Voor de wandeling die we de volgende ochtend doen, staat 2,5 uur. We doen er langer over. Vier uur. Kijken, teruglopen, foto’s nemen. Er is geen pad waarop je loopt, je opent een hek, die je snel weer achter je dichtdoet, want anders ontsnappen de schapen. Dan wandel je, je zoekt de palen met het gele wandelaarssymbool. Soms verlies je een paal uit het oog, maar al snel heb je het systeem door. Langs de kust, over de heuvels en als de grond aan iemand anders toebehoort als waar je op dat moment op loopt, is er een stalen geelgroene trap om over het scheidingsprikkeldraad heen te komen.

We komen niemand tegen, behalve schapen.


De Ierse kroegen hebben niets gemeen met de kitscherige replica’s die je in inmiddels heel Nederland vindt (je kunt het interieur compleet aanschaffen en het wordt in je lege bedrijfsruimte geplaatst. Daarom lijken alle Nederlandse Ierse kroegen zo op elkaar). De enige overeenkomst is in sommige gevallen de naam, Murphy’s, O’Sullivan’s, Mulligans. De echte Ierse kroeg is of heel sober, alleen hout en afbladderende verf aan de wanden of een verzamelplaats van 50-plus Ieren die ondanks hun dronkenschap jou met een schuin oog in de gaten houden en als je langsloopt hoogstwaarschijnlijk iets charmants zeggen, maar de boodschap gaat verloren in de walm van alcohol en onverstaanbare woorden.

Een kroeg in Killarney heeft een houten tegel boven de bar hangen: ‘When I die, please bury me under the pub. Then I know for sure that my husband will visit me seven times a week’.

Een kroeg in Dingle, naar eigen zeggen de oudste kroeg van het stadje, is volgehangen met knipsels over en foto’s van de eigenaar met al dan niet voor ons bekende mensen. Hij staat meestal glunderend met een arm om de andere gefotografeerde heengeslagen. Hij staat met Norm van Cheers op de foto, maar ook met Jean Kennedy Smith, zus van John, Robert en Ted, VS-ambassadeur in Ierland van 1993 tot 1998. Als we hem even later voorbij zien lopen, zien we tot onze schrik dat hij in 30 jaar (het oudste knipselstukje plus foto die we zien hangen) niet veranderd is…

Ierland is wandelen, met het uur het weer zien veranderen, een wieldop kapotrijden, de bumper er bijna afrijden en hopen dat de autoverhuurmaatschappij het niet ziet, whiskey in de kroeg drinken (en nog één), bijna iedere avond vis eten en overnachten in de Bed & Breakfast's van de aardigste mensen van Europa.

Aanrader.

ierland

Previous post Next post
Up