(no subject)

Dec 26, 2005 13:46

Augustinus kende de wereld van de klassieke filosofische stromingen. Er was echter geen enkele die hem voldoening gaf. Hij was begaafd, zowel in de retorica, filosofie als in de verschillende talen. Zijn filosofische zoektocht ging grotendeels gepaard met onstuimigheden en losbandigheid. Geneugten in de naam der kennis. In zijn geneugten lag geen genot, noch kennis. Hij probeerde vanuit zichzelf te bouwen.

Hij vond uiteindelijk wat hij zocht in het Christendom. Hij keek niet meer naar zichzelf, maar naar alles wat God omvatte. God was geen subject en geen object en tegelijk beide. Hij bloeide. God was geen uitvlucht voor hem. Hij had de liefde en de ziel, maar niemand om het aan te geven. Hij koos voor het Christendom, omdat God de enige was die het kon ontvangen.

Einstein vond het beoefenen de wetenschap een manier om te zijn als een stroom van positieve dingen die over de aarde stroomt. Keer je niet naar jezelf, maar geef aan de wereld. De wetenschap is de liefde voor alles wat bestaat.

Ik vroeg me eerst af, wat er mis mee is; je naar jezelf keren. Natuurlijk is het belangrijker, om te kijken wat het inhoudt. In eerste instantie zou ik denken, dat ik me naar mezelf keer, maar het lijkt me vreemd om dit gelijk te stellen met introvertie. De meest extraverte mensen, kunnen soms alleen maar met zichzelf bezig zijn. Ik denk, dat ik er nog even over nadenk.
Previous post Next post
Up