(Untitled)

Jun 24, 2005 13:40

Er bestaat geen vrije wil. Alle beslissingen die wij maken in het leven, zijn geen beslissingen, omdat er in feite geen andere keuze mogelijk is dan de keuze die je hebt gemaakt. Onze hersens, onze genen, alle deeltje in ons lichaam sturen de dingen die wij doen en denken. Wanneer iemand iets besluit te doen, doet diegene dat omdat de combinatie ( Read more... )

Leave a comment

allegorolio July 2 2005, 10:44:09 UTC
Ik snap echter niet waarom dat zij op een bepaald punt, de mens en zijn gedachten niet zagen als een onderdeel van de lichamelijke stof, dit zou echter een wil om in te stemmen met de natuurlijke wil uit sluiten.

Het is een gok, aangezien ik alleen dit verhaal hierboven en dat van wikipedia heb om mijn antwoord uit te halen en verder niet iets weet over deze stroming.
Maar is het niet zo dat als je de mens en zijn gedachten als onderdeel van de allesomvattende stof zou defineren je er van uit moet gaan dat iedereen geestelijke verrijking nastreeft om zo gelukkig te worden of dan in ieder geval door externe factoren geluk te bemachtigen. Geen van beide methodes worden door iedereen nagestreefd.

Ik moet nu naar mijn werk maar ik wil mijn reactie graag daarna nog afmaken :). \
Mag ik weten welke bron je hebt gebruikt voor dit verhaal? Ik zat op zoals gezegd op wikipedia maar daar wordt de nadruk niet gelegd op "de wil" maar op: "Het stoïcisme houdt in dat men geen waarde moet hechten aan zijn omgeving. Geluk moet ontstaan door je eigen geestelijke verrijking."

Dag
Steven

Reply

dichtvoorje July 2 2005, 11:13:15 UTC
"DE ETHICA.

Gelijk de wereld alleen uit stof en niets dan stof bestaat (in fijne en grove vormen), zo wordt de wereld ook beheerst, bestuurd, bewogen door één enkele kracht, één enkele 'wil'.

Zo komt de Stoa voor het eerst op de gedachte van een alomheersende, onverbrekelijke kosmische causaliteit, en het is aan deze kosmische causaliteitsgedachte, dat zich hun fundamenteel ethisch begrip van 'zedelijke, persoonlijke vrijheid' oriënteert.

Er bestaat slechts stof: werkende en lijdende.

Alles wat bestaat is 'ding', is stoffelijk-lichamelijk, het bewegende zowel als het bewogene; alles is stof, - alleen de beweging, de kracht is niet stoffelijk.

Alles wat geschiedt, alle gebeuren openbaart zich in bewegingen; elke beweging is veroorzaakt, dus alle gebeurlijkheden, alle handelingen en alle wilsdaden, ook die van de redelijk denkende wezens, zijn door en aan stoffelijke lichamen veroorzaakt, maar zelf staan zij buiten alle stof; alle beweging, alle kracht zweeft vormend, ingrijpend over de stof.

Deze stoïcijnse bewegingsleer kent geen 'toeval', alles wat geschiedt, gebeurt met onveranderlijke noodwendigheid.

Deze noodwendigheidgedachte, door de Stoïcijnen aldus aan de kosmologie ontleend, wordt door hen op consequente wijze op alle gebieden van het geestelijk leven overgeplant; ook de gezichtspunten van de ethica en van de maatschappijleer moeten zich naar dit fundamentele grondbegrip richten.

Maar in hun begrip van de zedelijke wilsvrijheid dan niet in flagrante strijd met gene gedachte van alom heersende, onverbrekelijke causale noodwendigheid?

Hoe vermochten zij vrijheid met noodwendigheid te verzoenen?

Heel eenvoudig: volgens de Stoïcijnen is de hoogste, de voornaamste levensdeugd, die alle overige mede insluit: te leven volgens de natuur.

De anorganische lichamen kunnen slechts bewogen worden door een oorzaak van buitenaf; de planten daarentegen beschikken volgens hun natuur reeds over wasdom, zij bewegen zich reeds vanzelf.

Het dier heeft 'ziel' en tracht zich in het bezit te stellen van de dingen, die het volgens zijn natuur nodig heeft; het dier heeft reeds voorstellingen en het reageert op deze door aan zijn driften en instincten gehoor te geven.

Het dier handelt aldus 'natuurlijk' en met 'noodwendigheid'.de mens echter kan van nature meer dan het dier: hij kan zelf beoordelen, zelf bepalen, wat tot zijn natuur behoort of niet.

Nu is deze, zijn natuur, in niets anders gelegen, dan in het vermogen tot redelijk oordelen. De algemene wet van de causaliteit sluit een wil uit, die geen oorzaak zou hebben, maar zij sluit niet uit, een wil, een menselijke wil, die naar de raad van de rede luistert.

Het redelijk inzicht is bij de mens, ten minste bij de wijze, de oorzaak van het handelen. Over dit redelijk inzicht beschikt de mens met volle, onbeperkte heerschappij; hij kan het gebruiken bij elke gelegenheid, daarin is hij volkomen vrij.

Deze redelijkheid is echter tevens het opperste principe van de kosmos als geheel, de goddelijke Rede ordent alles tot volmaaktheid, doelmatigheid en schoonheid.

Aldus is de mens, die volgens de, dit is ook: volgens zijn natuur leeft, volkomen vrij, al is hij van naturalistisch gezichtspunt beschouwd ook volledig gebonden aan de éne wet van de alles omvattende, alles beheersende causaliteit.

Reply

dichtvoorje July 2 2005, 11:13:55 UTC
De vrijheid sluit de noodwendigheid niet uit, maar impliceert haar; dit diepe inzicht is een van de grote geestesdaden van de Stoïcijnen, die nog lang na hen zal voortleven, die wij nog herhaaldelijk in de geschiedenis van de wijsbegeerte van de nieuwere tijd zullen aantreffen.

Waar het vermogen van 'toestemmen' begint, bij het dier dus, begint ook de mogelijkheid van de vergissing.

Het dier vergist zich en lijdt schade, wanneer het 'toestemt' in dingen, die niet passen bij zijn natuur.

Hetzelfde ondervindt de mens, wanneer hij niet 'volgens zijn natuur leeft'.

Daarom is hij, die naar het redelijk inzicht luistert 'gezond'; hij, die zich vergist, de onredelijke dus, is 'ziek'.

Ondeugden en gebreken zijn niet anders te beschouwen dan als ziekteverschijnselen, als afwijkingen van de norm der natuur.

De Epikucureer put zedelijke moed uit het bewustzijn, dat de dood eigenlijk een niet-zijn is, en dat het Niets, als zijnde waardeloos, ook niet beklagenswaardig zijn kan.

De Stoïcijn daarentegen vindt het evenwicht van zijn gemoed , zijn onverstoorbare zielsrust in de zekerheid, dat al het eindige slechts een stuk, een moment is van de allesomvattende harmonie van de kosmos, wat werkelijk vergaat, is niet te beklagen en wat werkelijk waarde heeft, kan niet vergaan, dat waarborgt ons de deugd van de rechtvaardigheid, de redelijkheid, die oppermachtig in de kosmos heerst.Het Epicurisme zocht afzondering, was een sekte; het Stoïcisme huldigt 'katholicisme' en is als zodanig te vergelijken met de christelijke kerk: het richt zich tot de mensheid in haar geheel:

'Het is een bijzonder voorrecht van de mens, dat hij zelfs hen beminnen kan, die struikelen. En deze liefde tot de medemens ontstaat, zodra gij er op bezint, dat zij van uw geslacht zijn en dat zij slechts ongewild en onwetend het kwade doen en bovenal, dat deze (dwalende) mens uzelf geen schade berokkend heeft, dat deze (dwalende) mens uzelf geen schade berokkend heeft; want hij heeft de u beheersende rede onmogelijk slechter kunne maken dan zij was. - Bemin de medemens. Volg God (d.i. de Rede). (Marc. Aurelius)'"

Bron: http://home.tiscali.nl/levendegedachten/index.htm

(in twee gedeelten, want in één keer paste niet)

Reply


Leave a comment

Up