Liever ons vertrouwde koningshuis dan 'Europaman'

Apr 07, 2009 21:47

In Dutch. I'm sorry.
Paper geschreven voor de universiteit.
Doelgroep was universiteitsblaadje 'Folia'.
Cijfer: 7,5.

Zelfs nu de Nederlandse monarchie al bijna tweehonderd jaar bestaat, gebruiken de media nog steeds elke mogelijkheid om nut en noodzaak van het Nederlandse koningshuis in twijfel te trekken en alternatieven aan te dragen. Met de steeds verdergaande integratie van Europa, heeft Willem-Alexander naast het democratisch tekort van de monarchie en de hoge kosten er straks nog een vijand bij: één Europees leider voor alle Europeanen.

Het koningshuis is echter zo slecht nog niet. Voor veel Nederlanders is het gevoelsmatig belangrijk en het zorgt voor een stabiele factor in zowel goede als slechte tijden. Daarnaast is Europa te ver van huis, terwijl Nederland juist zo'n knus, klein landje is. Tenslotte is het nog maar de vraag of het koningshuis wel een financiële last is; het is ook een sterk merk, waar geld mee te verdienen valt. Dat Defensie een privé jacht van de Oranje-Nassaus financiert is misschien niet helemaal correct, en kost een hoop geld, maar de familie levert het land ook een hoop geld op.

Wat men ook vindt van het koningshuis, feit is dat het er al generaties lang is. Waar de wereld om haar heen veranderde, bleef het koningshuis, als een huwelijk: in voor- en tegenspoed. Sinds 1815, maar vooral tijdens de beide wereldoorlogen bood het koningshuis de bevolking steun en hoop. Hoewel veel Nederlanders geen van beide oorlogen hebben meegemaakt, staat voor hen het koningshuis nog steeds voor die hoop. Een gevoel dat door een gekozen, en dus steeds veranderend, staatshoofd nooit zal kunnen worden opgewekt.

Een bijkomend voordeel van die relatief lange periode waarin een koning staatshoofd is, is dat hij bekendheid vergaart in het buitenland. Nederland laat zich daarmee representeren door een bekend gezicht, in plaats van een naam die men een keer gelezen heeft in een nieuwsbericht over de verkiezingen, maar voor menig buitenlander verder volkomen onbekend is. Zoals VNO-NCW voorzitter Wientjes zei, kunnen meereizende bedrijven tijdens een staatsbezoek die bekendheid en status van het staatshoofd gebruiken om hun eigen product, uiteraard van Nederlands makelij, een koninklijk vleugje mee te geven.

Een Europees leider heeft die toegevoegde waarde niet. Europeanen zijn trots op hun land. Producten komen uit hun land, en niet uit Europa; het ene land in Europa is immers het andere niet. Kaas ’uit Nederland’ wordt beter gewaardeerd als kaas ’uit Europa’, zelfs als het van dezelfde boerderij komt. Bovendien mist een Europees leider de continuïteit van een koning. Eens in de zoveel jaar zal Europa een nieuwe leider moeten kiezen, en daarmee de ervaring van de voorganger weggooien. De opvolger zal zich opnieuw moeten bewijzen en kan zich niet beroepen op eeuwen van betrouwbaar leiderschap door zijn bloedverwanten.

Daarnaast heeft de geschiedenis laten zien dat de Europese staten bang zijn delen van hun soevereiniteit op te geven. Het is dan ook de komende decennia onhaalbare kaart om de nationale staatshoofden te vervangen door één Europees leider. Ieder land zal zijn eigen leider houden om zichzelf te representeren, en de Europese president zal slechts een schaduwfunctie van de nationale presidenten en koningen zijn, waardoor een directe verkiezing door het Europees volk onwaarschijnlijk is. Een getrapte verkiezing door een Europese instelling geeft een ander typisch Europees probleem: ieder land is gelijk en geen land mag achtergesteld worden, waardoor het gevaar dreigt dat niet de persoon zelf op basis van standpunten, leiderschap en charisma de doorslag geeft, maar de nationaliteit het belangrijkste element wordt bij de keuze van een Europees leider.

Eigenlijk hebben de lidstaten al een post bedacht voor een Europees leider: de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid. Bij de inwerkingtreding van het Grondwettelijk Verdrag zal hij het gezicht moeten worden van Europa naar buiten. Deze functie laat direct de problemen zien. Lidstaten durven geen macht uit handen te geven, en de Hoge Vertegenwoordiger mag pas optreden als de staten onderling consensus hebben bereikt, waardoor een krachtig en kordaat optreden nog altijd onmogelijk blijft. Het lijkt meer een figuur te worden die ingezet kan worden bij vooraf geplande, diplomatieke besprekingen en internationale conferenties. Reacties bij onverwachte situaties en crises zullen dan nog steeds van afzonderlijke landen komen.

Bovendien is er niet direct een vervanging voor de functionele rol van de koning in Nederland. Naast de ceremoniële taken van de koning, overlegt hij immers ook wekelijks met de minister-president en kan op die manier invloed uitoefenen op beleid in de Tweede Kamer. Met de jarenlange ervaring van een koning kan hij zo ook de ministers behoeden voor fouten, die in het verleden al gemaakt zijn, en pogen de continuïteit te handhaven, zodat opeenvolgende kabinetten meer doen dan elkaars beslissingen ongedaan maken. Lubbers heeft wel eens een beslissing uit de ministerraad teruggedraaid na overleg met Beatrix, volgens koningshuisdeskundige Jan Kikkert.

Tenslotte is er nog de financiële kant van het verhaal. Met een begrote 114 miljoen euro lijkt het koningshuis op het eerste gezicht wellicht duur, en affaires rond privé jachten en winkeltrips met het regeringsvliegtuig doen het dure imago van het koningshuis geen goed. Echter, als je bedenkt dat de rente die over de staatsschuld betaald wordt, en waarmee dus niks gewonnen wordt, bijvoorbeeld al ruim negen miljard euro bedraagt, is het koningshuis een schijntje. De kosten voor het Koninklijk Huis bedragen 0,00005 procent van de totale uitgaven.

Bovendien brengt het koningshuis ook geld binnen. Deze ’monarchiebonus’ bedraagt volgens econoom Harry van Dalen zo’n drie tot vier miljard euro per jaar, een veelvoud van de kosten dus. De bonus is onder andere opgebouwd uit de eerder genoemde positieve invloed van het koningshuis op Nederlandse bedrijven, en het voorkomen van ondoordachte beslissingen van de ministerraad met de jarenlange ervaring van de koning.

Een Europees leider heeft ongetwijfeld voordelen, maar door de drang naar gelijkheid van de lidstaten, en angst om Europa meer macht te geven, is het huidige klimaat ongunstig om een krachtig leider neer te kunnen zetten, maar dit kan in de komende decennia nog wel veranderen. Onmogelijk zal het echter blijven, om het Nederlandse koningshuis te vervangen, doordat Nederlanders hier toch erg veel waarde aan hechten, en het koningshuis niet slechts ceremoniële taken heeft, maar ook invloed uitoefent op de ministerraad. Het koningshuis hoeft zich dus voorlopig geen zorgen te maken over een Europaman.

paper, university, monarchy, politics, europe

Previous post Next post
Up