Callista - Hoofdstuk 8

Jul 03, 2013 22:57


Zo, dat hadden jullie niet meer verwacht zeker?? ;)
Vakantie brengt nu eenmaal tijd om te schrijven, en aangezien ik doorheen het jaar een hoofdstuk of vier in mijn schrijfboekje had geschreven, werd het wel eens tijd om dat aan te passen en over te typen. Trouwens, laat me nu net een halfjaar gedacht hebben dat ik compléét vast zat met mijn Callista-verhaal... Toen ik daarstraks mijn laptop aanzette, bedacht ik opeens de juiste verbinding tussen wat ik hier al gepost had en wat er in mijn schrijfboekje stond.
Bovendien was Ilse tijdens onze laatste chatgesprekken weer een paar keer bezig over schrijven, en ja... Dat spoort mij natuurlijk ook aan! Bij deze: Ilse, bedankt om me (bewust of onbewust??) weer aan te zetten tot schrijven :D
En dan ga ik jullie niet langer ophouden, maar gewoon zeggen: veel leesplezier, en tot een volgend hoofdstuk! ;)



I

k trek mijn kleren uit en laat ze op een hoopje naast mijn bed vallen. Dan begin ik te lopen, in de richting van de vijver waarin ik meteen een diepe duik neem. Ik zwem met enkele krachtige slagen een stukje verder, en maak een paar buitelingen in het water. Met een grote glimlach op mijn gezicht kom ik weer opgedoken. Aah, de perfecte anticlimax na afgelopen middag in De Toverlantaarn!

“Mag ik meegenieten?”, een nieuwsgierige stem haalt me uit mijn droommomentje, en aan de rand van de vijver zie ik Daphné vol verwachting staan toekijken. Eigenlijk zou ik haar willen wegsturen. Even genieten van de rust, van het alleen zijn. De gebeurtenissen van vanmiddag wat op een rijtje zetten.

Maar wanneer ik de smekende blik in haar donkerbruine ogen zie, zwicht ik. En besef ik hoezeer ik haar de afgelopen weken heb verwaarloosd…

“Natuurlijk, wie ben ik om je weg te sturen? De vijver is toch van iedereen, kom er gezellig bij!”, ik doe een poging om uitnodigend te klinken, maar Daphné lijkt toch niet helemaal overtuigd wanneer ze haar bloemenjurk begint uit te trekken. Enkele minuten later duikt ze naast me in het water: “Lekker fris!”

In een gekke bui tik ik haar op de schouder: “Jij bent ‘m, probeer me maar te pakken!”

Ik zie de pretlichtjes opflakkeren in de meestal zo droevig staande ogen van mijn nicht, en even later spetteren we als twee kleine kinderen door het water. Tot we op een wat meer afgelegen plekje zijn terechtgekomen, en Daphné hijgend haar hand opsteekt: “Even pauze! Of je kan zo meteen reddertje gaan spelen, en dat lijkt me toch net iets minder leuk!”

Ik schiet in de lach, maar wordt meteen weer ernstig wanneer ik de doordringende blik in haar ogen zie: “En nu even serieus. Ik wil niet als je moeder klinken, Callista, maar waar heb je vanmiddag gezeten?”

“Bijles geven aan meisjes uit mijn klas, dat heb ik je toch verteld?”, antwoord ik ietwat gepikeerd.

Daphné lacht schamper en blijft me strak aankijken: “Als jij echt de hele middag bijles hebt gegeven, dan ben ik de schoonmoeder van Bellatrix! Ik weet dat het mijn zaken eigenlijk niet zijn,” gaat ze rustig verder, en ik zie haar moeilijk slikken, “Maar ik wil zo graag weten waar je mee bezig bent. Vroeger wisten we alles van elkaar, waren we altijd samen. Maar de afgelopen weken…”, ze veegt een traan uit haar linker ooghoek, “Ik weet gewoon niets meer van je, Callista. Niet wat je doet, met wie je omgaat… en ik ben bang, zo bang, iedere ochtend als je naar school vertrekt, dat je niet meer zal terugkeren…”

Tranen druppelen op het water, en ik sla troostend een arm om haar heen: “Hé, je hoeft je helemaal geen zorgen om me te maken hoor, alles gaat perfect daar. En als je het echt wil weten: je hebt gelijk, ik ben inderdaad niet alleen maar bijles gaan geven. Toen we klaar waren, hebben Silvia en Nora me ook nog meegevraagd naar De Toverlantaarn, een jongerencafé. En… ik heb werk gevonden, ik mag er gaan opdienen!”

Glimlachend denk ik even terug aan het moment waarop ik links achter de toog een bordje zag hangen met ‘Opdienster gezocht’. Ook Karl keek toevallig net dezelfde richting uit, en hij leek te raden wat ik dacht.

“Zoek je werk?”, had hij gevraagd, en ik had hevig geknikt. En er voor de zekerheid maar bij gezegd dat ik nul komma nul ervaring heb wat opdienen betreft, maar dat ik het wel graag wil leren. Waarop Karl me meteen meetroonde naar Melinda, de vriendelijke uitbaatster van De Toverlantaarn. Even een paar formulieren invullen, en het hele zaakje was geregeld.

Karl had naar me geglimlacht, me diep in de ogen gekeken en gezegd dat ik vast en zeker de beste serveerster in de hele geschiedenis van De Toverlantaarn zou gaan worden.

Karl…

“Joehoe, dromer!”, ongeduldig zwaait Daphné een paar keer met haar hand voor mijn ogen, “Jij zat op een andere planeet zeker, ik heb je naam al zeker drie keer geroepen! Waaraan zat je te denken?”

Ik weet een glimlach nog net te onderdrukken - een andere planeet is misschien wat vergezocht, maar ik zat wél met mijn gedachten in een andere wereld. En ik zou Daphné dolgraag over Karl vertellen, maar iets in mijn binnenste zegt dat ik voorlopig beter over hem kan zwijgen. Want wie weet hoe ze zal reageren als ze te weten komt dat ik nu ook al verliefd ben op een mens… Wacht, verliefd? Heb ik dat echt net gedacht? Hoewel het natuurlijk wel goed klinkt: ik ben verliefd op Karl…

Een korte ruk aan mijn arm doet me voor de tweede keer dit gesprek opschrikken uit mijn dagdroom. Daphné kijkt me nog steeds afwachtend aan: “Waaraan, dus?”

Pas dan herinner ik me dat ze me zonet een vraag had gesteld, en mijn hersenen draaien op volle toeren om snel een antwoord te bedenken: “Ik zat te denken aan wat ik al niet kan kopen wanneer ik eindelijk geld heb!”, verzin ik snel.

“Oh, vertel?”, vraagt Daphné nieuwsgierig.

“Wel, een gsm zou natuurlijk wel handig zijn, dan hoef ik tenminste niet meer tegen de andere meisjes te liegen dat ik de mijne kwijt ben. En dan kan ik eindelijk ook eens mijn eigen drankjes betalen in De Toverlantaarn, en zelfs Silvia en Nora ook eens trakteren… O, en verder zou ik dat leuke jurkje wel willen, dat ik afgelopen woensdag met Silvia gepast heb…”, mijmer ik.

“En… Misschien ook wel een cadeautje voor je allerliefste nichtje dat je al een paar maanden iedere dag moet missen?”, Daphné’s stem klinkt plagend en ze doet haar best om haar ware gevoelens te verbergen, maar in haar ogen kan ik zien dat ze het echt meent.

“Natuurlijk, hoe zou ik jou nu kunnen vergeten?”, antwoord ik onmiddellijk, en ik geeft haar een stevige knuffel. Zodat ze mijn gezicht niet zou kunnen zien, waarop momenteel pure schaamte staat af te lezen. Omdat ik haar inderdaad echt vergeten was…

x<3x
Lotte

callista, schrijfsel

Previous post Next post
Up