-
Als een klein meisje zit ik op een muur,
laat mijn benen over de rand bungelen
en mijn hakken onbeholpen tegen het steen slaan.
Ik kijk uit over het water,
de schittering van het zonlicht in de zachte golven.
Het hypnotiseert me.
Tak. Tak.
Iedere keer dat een van mijn voeten tegen de muur slaat,
schrik ik even wakker,
gaat er een lichte schok door mijn lijf.
Als het tikken van de klok,
het verstrijken van de tijd.
-