(no subject)

Aug 13, 2005 14:36

Mijn broer en ik zaten aan tafel. "Wat eten we voor middagmaal?" "Hoe kan ik het weten, jij hebt de boterhammen opgegeten en mama is er niet". Mijn broer dacht flink na en zei "ik ga naar de bakker. Om brood." "Oh," zei ik, "dan maak ik me een slaatje."

Logica is er niet in onze conversaties. Mijn broer vertrok naar de bakker, ik maakte een slaatje. Ik wist dat mijn mama geitenkaas in huis had gehaald, er waren nootjes, appels, tomaten en genoeg sla dus maakte ik er een lekkere boel van. Mijn broer kwam wat later thuis, keek naar mijn bord en zei "hoe maak je dat?".

Het half uur dat daarop volgde heb ik besteed met hem te leren hoe hij een slaatje moest maken. Het is zo'n prutser, mijn broer. Het duurde hem vijf minuten eer hij een halve appel in stukjes had gesneden. Ik keek toe, vertederd. Af en toe wees ik hem wat aan, terwijl mijn slaatje rot stond te worden. "Zo moet je snijden, niet zo."

We zaten over elkaar en ik at wat bruine appel. Mijn broer sprong recht omdat hij vond dat hij nog vanalles was vergeten, even later strooide hij zelfs op een kinderachtige wijze met dennepitjes op zijn bord. Ik keek hem vertederd aan. Hij had het door, wat later, en keek me ook aan. Ik dacht "dit is misschien de laatste keer dat ik met mijn broer aan dezelfde tafel zit, alleen." Ik kreeg weer last van mijn traankanalen. Hij zag het en legde zijn arm op die van mij. Ik glimlachte bitter en at verder.

Hoewel we twee seconden later weer ruzie hadden, ik ga mijn broertje missen.
Previous post Next post
Up